HOME
Top

BAVEL.info

Uitgave 1932 Breda Winkelstad

Download hier het het originele boek uit 1932

BREDA

ALS INDUSTRIE-, WINKEL-, WOON EN VACANTIESTAD

DOOR

Mr. Dr. W. G. A. VAN SONSBEECK

BURGEMEESTER VAN BREDA

       Breda heeft haar perioden van opbloei en neerslag gehad.
       Toen Jan L van Polanen in de veertiende eeuw de stad versterkte met "hooghe steenen mueren, poorten en thorens.
met hooghe en opgaande wallen bijnen en buiten de mueren was zij in het beginstadium van haar ontwikkeling.
Wel dateert denaam Breda zeker al van eenpaar honderd jaar vroeger.
Het was de naam van een dorp, dat tegen 1300 langs den weg van privilegiën het karakter van stad begon te verkrijgen.
Echter omstreeks I400 doorschreed men nog in vijf minuten het stadje,waarvan de Groote Markt het middenpunt vormde.
Het Kasteel van den Heer van Polanen en de Groote Kerk gaven er beteekenis aan.

Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck, Burgemeester van Breda

       Dan komt de periode der Nassau's, die tot uitbreiding van de stad leidde en waarin Breda een residentie werd, bezocht door de meest belangrijke heerschers van dien tijd, plaats van samenkomst van kunstenaars en internationaal vermaarde personen, vooral ten tijde van Hendrik III en Reinier van Chalons, den Nassauer in wien de band met Oranje werd gelegd. Ook had het overbrengen van het Wonderbaar Sacrament van de Nieuwervaart in de vijftiende eeuw door Graaf Jan van Nassau reeds krachtig er toe bijgedragen, de stad tot een druk bezocht centrum te maken.
       Neerslag en moeilijkheden volgden in den tachtigjarigen oorlog.
Krijgsgewoel, honger, armoede. Breda, afwisselendSpaansch en Staatsch, belangrijk als vestingstad, waaraanMaurits, Spinola, Frederik Hendrik, later Stadhouder Willem III, Menno van Coehoorn hun zorgen wijdden.
       Eenige opleving na de oorlogsjaren werd weer door teruggang te niet gedaan.
In de achttiende eeuwging het er slecht met denhandel en de nijverheid.
       De herleving werd begroet, toen de negentiende eeuw in aantocht was, en, toen deze door de slechting van de wallen en de ontmanteling het karakter van de oude stad duchtig aan tastte, werd haar tegeljjk een vrijheid van ontwikkeling geschonken,waarvan zij in groote mate profiteerde. Naast de bestaande ontwikkelden zich nieuwe bedrijven; van de gunstige verbindingen te land en te water werd partij getrokken.
De heerlijke ligging in de schoone omgeving van bosch en hei kwam tot haar recht.
       Breda werd woonstad bij uitnemendheid, en de nieuwe roeping, zoo verscheiden van de bestemming, die haar in de vorige perioden kenmerkte, ontwikkelt krachten, welke steeds meer Breda Vooruit brengen.
       Zij zullen daarin slagen.

BREDA. 26 Februari 1932.



EEN WANDELING DOOR BREDA

HET HAAGJE VAN HET ZUIDEN

door J. VAN DER MARCK, Secretaris van "Breda Vooruit"


       Wij noodigen onze geachte lezers vriéndelijk uit om met ons een wandeling te maken door het prachtige stadje Breda en de heerlijke omgeving onder Ginneken en Prinsenhage, welke beide gemeenten, aan Breda vastgebouwd als zij zijn, feitelijk één groot geheel vormen met """Het Haagje van het Zuiden".

Hel Oranje Nassau-Monument aan den ingang van het Valkenberg.

       Maar wij durven hier de bewering neerschrijven, dat "Het Haagje van het Zuiden" het in vele opzichten van het groote's Gravenhage wint......, dat het meer natuurschoon biedt, dan welke provinciestad in ons vaderland ook.
       Als de vreemdeling het Bredasche station van de Nederlandsche Spoorwegen heeft verlaten, verzoeken wij hem vriendelijk zijn blik niet meer achterwaarts te willen wenden, wijl de aanblik van hetgeen men het Bredasche stationsgebouw gelieft te noemen, nu juist geen bemoedigenden indruk maakt, voor hetgeen hij in het verdere verloop van zijn wandeling zal te zien krijgen. Wij beloven hem, dat hij ruimschoots zal worden tevreden gesteld en dat hij, bij zijn verblijf te Breda, met ons de nalatigheid van de Spoorwegautoriteit en door al het mooie, wat Breda biedt, zal vergeten.
Door de ruim aangelegde Willemstraat, is het eerste, wat de vreemdeling ontwaart,het zeer mooie monument, dat werd opgericht ter hedenking van het 500-jarig bestaan van het Vorstenhuisvan "Oranje Nassau",als "heeren en baronnen van Breda".
Het is in 1905 onthuld door H. M. Koningin Wilhelmina en ontworpen door Dr. E. Cuypers.
Het splint is omkranst met de wapenschilden van de 20 gemeenten,welke vroeger tot de "Baronie van Bredabe" hoorden.
Het zijn:Breda, Prinsenhage, Oosterhout, Teterin-gen, Terheyden, Gilze-Reijen, Dongen, Alphen, Klundert, Willemstad. Steenbergen, Wouw, Roosendaal, Baarle-Nassau, Etten en Leur, Rucphen, Chaam, Rijs-bergen, Zundert en Ginneken.




















HET VALKENBERG.

       Dan komen we in Breda's "lusttuin" het prachtige Valkenberg.
Het is een geliefkoosde verblijfplaats voor de Bredanaars, een schilderachtige passage voor den vreemdeling en biedt een schat van natuurschoon.
       Rechts van 't fietspad bij den ingang passeeren wij een zeldzaam exemplaar van den zgn. "Doodsbeenderenboom", welke afstamt uit de midden- en oostelijk gelegen Staten van N.-Amerika.
Deze vormt een mooie afwisseling met de andere boomen en planten, waaronder ook exemplaren der Moerascypres.
       Bij den kleinen vijver vinden wij een prachtige groep treurboomen van groote variëteit, kleur en vorm.
Het verschil in blad en stamvorming, als ook de wijze van groeien, hun kleur, licht en schaduwvorming, vormen contrasten, welke ook door de weerspiegeling in het water, een der mooiste plekjes vormen.
       Een uitvoerige beschrijving van dit prachtige park vindt de lezer in een der drie nummers van dit orgaan opgenomen.

HET BEGIJNHOF,

Het Bredasche Begijnhof, een juweeltje van intieme kloostersfeer.

Bij het verlaten van het Valkenberg, passeeren we de achterzijde van het historische Begijnhof, gesticht in 1240 door Machteld van Diest, huisvrouw van Godevaert IV.
Hier vindt men nog terug de rust van hen, die zich geheel van de wereld hebben teruggetrokken en in stille eenzaamheid, zich bezighouden met werken van naastenliefde en gebed.
Het Begijnhof is een juweeltje van eenvoudige, intieme kloostersfeer,waarin alleen de kapel welke thans door de Begijnen in gebruik is, eenigszins onwennig aandoet.
De oorspronkelijke kapel, aan de straatzijde gelegen, is in 1590 door Prins Maurits aan de Waalsche gemeente afgestaan en door deze in gebruik is.
We wandelen verder en, gaande door de Catharinastraat, moeten we 'n typischen gevel, vroeger "de Huysinge van Wyngaerden geheeten, alwaar, naar wordt beweerd in 1667 de vrede werd gesloten, welke een einde maakte aan den tweeden Engelschen oorlog, en we komen na 'n korte wandeling aan het Kasteelplein, waar we allereerst het standbeeld van Stadhouder Willem III ontwaren.
Het is een fraai beeld, op een hoog voetstuk, waarop de Stadhouder, gezeten te paard, met den staf in de hand, is afgebeeld.
Het beheerscht vrijwel het geheele plein en geeft er een bijzonder cachet aan.
waardoor het aspect der achterliggende gebouwen ten zeerste wordt beïnvloed.







Het standbeeld van Stadhouder Willem 111 op het Kasteelplein.

HET KASTEEL VAN BREDA.

Het standbeeld van Stadhouder Willem III op het Kasteelplein.
De achterzijde van het Kasteelplein wordt afgesloten door den ingang van de ,,Koninklijke Militaire Academie, gedeeltelijk gehuisvest in het ""Kasteel van Breda".
       De "Koninklijke Militaire Academie", het centrum van het militaire onderwijs in ons land, is een bezoek overwaard.
       Vooral de galerij van de "Helden der K. M. A. is merkwaardig. Er zijn sedert 1853 in de z.g. Heldengalerij 31 portretten opgenomen.        Tusschen twee lage torens, de Grenaat en de Duivetoren.
ligt 't Spanjaardsgat, de Waterpoort, die in 1590 't turfschipvan Adriaan Janszoon van Bergen doorliet.
Een standbeeld van v. Bergen is te zien in het dorp "Leur" bij Breda, terwijl op het Gemeentehuis de portretten van de gebroeders vertegenwoordigd zijn.
       Het Spanjaardsgat is te bezichtigen op de Academie of aan de Nieuwe Prinsenkade, over de brug bij 't Postkantoor rechts af.
Bezichtiging der K. M. Academie moet tijdig schriftelijk worden aangevraagd.
       Op het Kasteelplein bevindt zich nog het oude verblijf van de Gouverneurs van Breda, wat thans ingericht is als etnographisch museum. — een bezoek overwaard — en waarop Breda met recht trotsch kan zijn.


Binnenplein van de Koninklijke Militaire Academie, vroeger het Kasteel van Breda.

       Het Museum bestaat uit ethnografica, door twee oud-hoogleeraren respectievelijk van de K. M. A. te Breda en den Hoofdcursus te Kampen, bijeengebracht, ten behoevevan het onderwijs in de Land- en Volkenkunde van N. I. aande K. M. A. en aan den H. C. (Prof. C.Spat en H. J. van IJsseldtjk).
       Bij de overbrenging van den H. C. naar Breda zijn beide collecties bijeen gevoegd.
De voorwerpen zijn gerangschikt naar de geografische indeelingvan N. I. De benedenverdieping wordt benut voor het Westelijkdeel van den lndischen Archipel metuitzondering van Celebes;
de bovenverdieping voor Celebes en Nieuw Guinea met omgeving.






HET STADHUIS.

Het Stadhuis op de Groote Markt.

       Op de Groote Markt bevindt zich het stadhuis, dateerende uit het jaar 1766 en gebouwd volgens het plan van Philips Willem Schonk.
De leeuwen en vazen van het bordes en het beeld der "Gerechtigheid" zijn vervaardigd door den beeldhouwer Guillaume Carrier.
De historicus kan in de vestibule kennis maken met de oude vorstelijke Oranje familie, van welke wij hier de navolgende portretten vinden:

       1. Lodowick van Nassou.
       2. Hans Ernst van Nassov.
       3. Ernest van Nassov.
       4. Graaf Jan van Nassov.
       5. Henricus Comes Nassavius.
       6. Albert van Nassov.
       7. Ernst van Nassov.

Een kijkje op een der mooie Bredasche singels.

       Benevens een schilderstuk, een copie van het beroemdste werk van den Spaanschen schilder Velasquez, voorstellende: "de overgave van Breda", den Burgemeester van Breda, Mr.Dr. W. G. A. van Sonsbeeck, namens de burgerij aangeboden bij gelegenheid van zijn 12/5-jarig ambtsjubileum op 1 Juli 1931.
       Links van de vestibule is de zaal waar vroeger de vierschaar zetelde tot het spreken van recht, wat nog te zien is aan 't beeldje, waaronder in strikvorm gegrift: "Candide,Cawe et Connanter", en aan het Latijnsche opschrift bovende deur: "Recte faciendo ne-minem timues".
       Waar nu de Secretarie is, hield vroeger 't kantongerecht zitting.
In vroeger eeuwen werden deze zalen bezet door 't Gilde der Schutteren, de Kolveniers genaamd.
       De gang, voerende naar de trouw- en raadzaal, geeft den bezoeker een blik op de portretten van:

       Philips van Nassov.
       Willem van Nassov. Movweris van Nassov.
       Jan van Nassov.
       René de Chalon, Prins van Oranje.
       Frederik Hendrik, Prins van Oranje.
       Maurits, Prins v. Oranje, enz.







DE "GROOTE KERK".

Een prachtige foto van den toren der Groote of O. L. Vrouwe kerk met omgeving.

       In de Reigerstraat vinden we tegenwoordig den ingang van de "Groote of Onze LieveVrouwe Kerk", met haar prachtigen toren van oude Gotische architectuur.
Deze kerk was vroeger de parochiekerk van de Bredanaars en is gebouwd in den vorm van een rechthoekig kruis.
De lange as is 81 M., de korte 40 M. lang,terwijl de hoogte onder de gewelven 21 M. is.
       Vrij zeker was deze in 1290 voltooid.
De toenmalige toren stortte door een storm in St.Marcelisnacht (16 Mei 1457) in en in 1461 werd met den nieuwen opbouw begonnen, die in 1509 weder gereedkwam.
Later werden verschillende uitbreidingen aan de kerk gegeven: het koor vergroot en verfraaid met een kooromgang en een kapellenreeks (14 kapellen) langs het schip.
Elk gilde had nadien een eigen kapel, waarvan nog overblijfselen aanwezig zijn.
In 't ruim en in deze kapellen stonden voor de Hervorming 55 altaren.
       In Augustus 1566 werd de kerk geteisterd door den Beeldenstorm.
De belegeringen der stad in 1577—1590, 1625, 1637 en de bezetting door de Franschen in 1793 — 1813 zijn oorzaak van de beschadiging der kerk en hare monumenten.
Een bezoek zal den wandelaar een beeld geven van de onschatbare vernielingen, die toen hebben plaats gehad.
       In 1637 ging de kerk voorgoed aan de Protestanten over toen Frederik Hendrik de stad hernam.
In 1604, 1639, 1681 raakte de toren door den bliksem in brand, doch er werd niet veel schade berokkend.
Echter in 1694 brandde de toren door een onweder halverwege af.
Door de milde hand van Stadhouder Willem III werd de toren spoedig hernieuwd en was in 1702 weder voltooid.
In 1723 kreeg hij een klokkenspel door Willem Witlock van Antwerpen gemaakt.
Het uurwerk is in 1695 door Peter van Roy uit Gent vervaardigd.
In 1902 is een aanvang gemaakt met de restauratie der kerk, welke nog steeds voortduurt.
       Het massale bouwwerk vervult den aanschouwer met ontzag en bewondering voor den durf en bekwaamheid van onze voorouders, die met hunne primitieve hulpmiddelen in staat bleken, een bouwwerk te wrochten, dat als kunstwerk zjjn wederga niet gemakkelijk zal vinden.
(In een afzonderlijk artikel, in één der drie afleveringen van dit tijdschrift opgenomen, vindt de lezer meerdere bijzonderheden omtrent deze heerlijke kerk.)
       De toren bevat een buitengewoon mooi carillon, hetwelk, op initiatief van "Breda Vooruit" en door de milde bijdragender burgerij, werd gebouwd.
Dit nieuwe klokkenspel heeft 45 klokken en is, op één na, het zwaarste uit ons land.
       Op Dinsdag- en Vrijdagmorgen wordt het door den stadsbeiaardier bespeeld, terwijl gedurende de zomermaanden de beste carillonneurs van België, Frankrijk en Nederland, herhaaldelijk concerten komen geven.
(Ook omtrent deze Beiaardconcerten volgen in een der volgende nummers in een speciaal daarvoor geschreven artikel, nadere bijzonderheden. )



STEDELIJK MUSEUM.

       Op de Groote Markt trekt verder onze aandacht 'n ouderwetsch gebouw.
In den voorgevel bevindt zich de beeltenis van St. Joris met den draak en met een kruisboog.
Vroeger werd dit gebouw gebezigd als vleeschhal.
Boven vergaderde toen o.a. het St. Joris-gilde van den Kruisboog.

Het Oude-Mannenhuis aan de Boschstraat.

Thans is het gebouw in gebruik als boterhal, doch de bovenverdieping is bestemd als stedelijk museum, hetwelk thans is ondergebracht in het gebouw, waar in de benedenlokalen het politiebureau is gevestigd.
       Ofschoon niet zeer uitgebreid, bevat het museum toch een zeer interessante collectie oudheden, welke, onder beheer van een speciale commissie, uitstekend worden onderhouden.
De voorwerpen, welke het museum bevat, zijn eigendom der gemeente en zijn te bezichtigen alle Zaterdagen en den 1 sten Zondag der maand van 1 tot 4 uur.
       Het bevat eenige zeer interessante bouwfragmenten, o.a.: terracotta Christuskop, afkomstig van het voormalig Kerkhof der Groote Kerk; laatgotisch steenen kruis, afkomstig van de voormalige Markendaalsche kerk, kalksteenen hoofdgestel met gebeeldhouwd fries (1550) van een afgebroken gevel aan de Oude Vest, verschillende gevelsteenen, fragmenten van een trap uit een huis aan de Eindstraat, twee opzetstukken van het voormalig St. Jorisgilde, twee wapencartouches van de vierschaar in het raadhuis, een houten model van den toren der Groote Kerk.
Voorts een aantal schilderijen. interessante gebruiksvoorwerpen en andere oudheden, waarondereen zeer mooie muntenverzameling en een belangrijke topografische atlas van plaatselijk-historisch belang.




















BISSCHOPPELIJK PALEIS.

Bisschoppelijk Paleis met H. Hart-standbeeld.

       Aan de splitsing van de Veemarkt in Veemarktstraat en St. Jansstraat vindt men het Bisschoppelijk Paleis, alwaar Z.H. Exc. Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda woont.
Vóór het paleis is door de Katholieken van Breda een H. Hartmonument geplaatst.



Het Paleis van Justitie aan het Sophiaplein.

HET OUDE MANNENHUIS.

       In de Boschstraat (een der oudste straten van Breda) ontwaren we al aanstonds aan onze rechterzijde een oud gebouw van een eenigszins eigenaardigen bouwtrant.
De ouderdom van dit gebouw — wij bedoelen het Oude Mannenhuis — is niet met juistheid te zeggen, maar zeker is, dat het reeds bestond vóór I246.
Dit gebouw, vroeger genaamd Oudemannengasthuis en nog vroeger "Gasthuys, was toen bestemd om oude gebrekkige lieden te huisvesten, die van stadswege werden onderhouden.
       In 1643 is de voorgevel sierlijk gerestaureerd met een poort en een ingang van witte steen, waarboven de beeltenissen van twee oude mannen staan.
       Vermeldenswaard is hier nog de zeermooie binnenplaats, welke echter herhaalde malen is herbouwd.









DE RECHTBANK.

De strafgevangenis, in den volksmond de „Parapluie” genaamd.

       Op het ruime frissche Nassauplein, omgeven door aardige en vriendelijke huizen, domineert op de allereerste plaats het Paleis van Justitie, de Arrondissements- rechtbank en het Kantongerecht, met het Huis van Bewaring.
Hier vindt men een groot aantal gebouwen, welke de woningen zijn voor den Directeur der Strafgevangenis en de gevangenbewaarders.
       Achter deze gebouwen staat de Cellulaire Strafgevangenis welke door haar bijzonderen vorm algemeen de aandacht trekt.
       Op het Nassauplein zelf zien we een heel mooie fontein opgericht ter herinnering aan de troonsbestijging van H. M.de Koningin.
       In de Nassaustraat vinden we de gebouwen van de Rijks Hoogere Burgerschool en het Gymnasium.



ST. 1GNATIUS-Z1EKENHU1S.

       In de onmiddellijke nabijheid, doch van hieruit niet zoo gemakkelijk te bereiken, wijl een breede gracht ons ervan scheidt, ligt het prachtige en uitstekend geoutilleerde R. K. St. Ignatius-Ziekenhuis.
       Volgen we nu den mooien singel, dan zien we allereerst het reusachtige exercitieterrein van de infanterie, welk terrein als 't ware wordt afgesloten door de gebouwen van de zeer mooie infanteriekazerne.
Ongeveer op de helft van den singel, treffen we een klein bruggetje aan, dat ons in de gelegenheid stelt de gracht over te steken, waardoor we tevens een kijkje kunnen nemen van de kazerne der Cavallerie, welke eveneens is omgeven door groote exercitie terreinen.
Niet ver hiervandaan passeeren we den ranken toren van de Bredasche Waterleiding, waarlangs we het prachtige Wilhelminapark binnentreden.

Het St. Ignatiusziekenhuis aan den Wilhelmina-singel.

       Ofschoon nog van betrekkelijk jongen datum, is dit van aanleg.
Zeer mooie villa's omzoomen dit park, dat talrijke interessante plekjes biedt en dat voor vele Bredanaars een veel gezochte gelegenheid voor verpoozing is.
De mooie vijver, die door het geheele park te zien is, vormt een prachtige afwisseling met het frissche groen van boomen en heesters. In het jaar 1930 is in dit park een monumentale bank geplaatst bij gelegenheid van den 80sten verjaardag van den Eere-burger van Breda: Notaris A. J. A. Verschraage, voorzitter en later Eere-voorzitter van "Breda Vooruit".







SPANJAARDSGAT.

       We moeten hier onze wandeling even afbreken om terug te keeren naar de Groote Markt, vanwaar we allereerst een bezoek gaan brengen aan een der voornaamste historische punten van Breda, n.l. aanhet z.g. Spanjaardsgat.
Hetwas hier, dat in 1590 de turfschipper Adriaan van Bergen, de soldaten van Prins Maurits het Kasteelbinnen smokkelde.

Een der twee torens aan het z.g. Spanjaardsgat.

Een gedeelte van het R. K. Gasthuis aan den Haagdijk

       De beide torens, waartusschen een groote gemetselde boog, zijn nog volkomen intact en het aanschouwen —vooral uit historisch oogpunt— ten volle waard.
       We passeeren dan de haven van Breda, waar steeds talrijke schepen lossen en laden en komen dan aan de groote industrieterreinen, waar men talrijke fabrieksgebouwen ziet verrijzen en waar duizenden werklieden hun broodverdienen.












DE HAAGDIJK.

       We gaan nu een bezoek brengen aan een der oudste volksbuurten van Breda, n.l. den Haagdijk, een der oudste stadsgedeelten en het aantal slopjes, gangetjes en poortjes is dan ook overtalrijk.

Het drukke Bredasche Havenbedrijf.

Achter op den Haagdijk komen we een gebouw, rechts, met gevellengte van ruim 150 M Dit is het R. K. Gasthuis,is als 't ware, een flink dorp op zich zelf. We kunnendan ook den vreemdeling aanraden daarin 'n kijkje te gaan nemen.
Men zal verbaasd staanover 't uitgestrekt complex van gebouwen, tuinen en zalen dat men hier aantreft. Niet alleen als ziekenhuis voor tijdeljjke bewoners is het ingericht, doch het is tevens een vriendelijk tehuis, vooral voor ouderen van dagen, die hier door de zusters liefderijk verzorgd worden.
Ook is er nog een tehuis voor landbouwers, die, even als vroeger op hunne boerderij, den grond bewerken, 't vee verzorgen en 't pluimgedierte. Zij gevoelen zich dan ook niet als verpleegden, doch blijven lid van de groote
       landbouwersfamilie, waar ieder naar zijn krachten medewerkt.
       Een korte wandeling langs de grens van het bebouwde gedeelte van Breda, brengt ons op het v. Coothplein, alwaar we een uitstekend geoutilleerde Ambachtsschool — 'n modelinrichting — en iets verder het gebouw Concordia, het centrum van Breda's "uitgaande wereld", passeeren.

Een prachtig middeleeuwsch geveltje aan den Haagdijk.

       Door de Niéuwe Ginnekenstraat gaande komen we, na 'n straat rechts te hebben ingeslagen, over de z.g. Hirdesbrug, in een geheel nieuw gebouwde wijk, alwaar we de Zweminrichting "Boeimeer aantreffen, waarbij tevens de Gemeentelijke Zweminrichting is gevoegd.

• • •



       Nog veel meer zouden we van het mooie Breda kunnen vertellen, doch de beperkte plaats ruimte laat zulks niet toe.
       Een bezoek aan Breda en hare prachtige omstreken, is alleszins aan te bevelen.
       Zij, die hun vacantie eens in Breda doorbrachten, komen geregeld terug......

Een der geriefelijke stadsautobussen.

Dat is wel de beste aanbeveling, welke slechts denkbaar is......











DE GROOTE- OF O.L. VROUWE KERK

EEN JUWEELTJE UIT DE DERTIENDE EEUW


       Een van de mooiste bouwwerken, welke men in Breda aantreft, is zeker wel de Groote of O. L. Vrouwe Kerk, thans toebehoorende aan de Ned. Herv. Gemeente, doch oorspronkelijk gebouwd door de Bredasche Roomsch-Katholieken.
       Dit kerkgebouw, dat terecht door stadgenoot en vreemdeling wordt bewonderd, is — althans wat het uiterlyk betreft — reeds jaren lang in restauratie, doch is van binnen door onverantwoordelijke vandalen onherstelbaar geschonden.

Een fragment van het gerestaureerde gedeelte der Groote of Onze Lieve Vrouwe Kerk te Breda. Een prachtstuk van dertiende-eeuwsche architectuur.

       Toch is een bezoek aan dit juweeltje van dertiende eeuwsche architectuur van groote aantrekkelijkheid voor een ieder, die belang stelt in kunst en schoonheid.
Vooral de afmetingender kerk zijn van zeldzame proporties en getuigen van de ontzagwekkende kunstzinnigheid der bouwmeesters.
       Deze kerk, die reeds in de geschiedboeken van 1269 werd vermeld en in 1303 tot een collegiale kerk werd verheven, kwam na 1637 in handen der Hervormden.
Zij werd gerestaureerd, voor wat den toren betreft, in 1843—1875 door den gemeente-architect A. J. F. Cuypers en is, wat de kerk betreft, sedert 1902 in restauratie onder leiding van den architect J. J. van Nieukerken en later van zijn zoons A. en J.van Nieukerken. De kerk is een geheel met bergsteen bekleed gebouw en bestaat uit:
       A. een driebeukig basilicaal schip van vijf traveeën met langs den toren doorgetrokken zijbeuken, waarlangs een reeks van zeshoekige kapellen en ten Westen een uitspringende vijfhoekige kapel;
       B. een dwarspand en een, vier traveeën diep, gesloten koor met omgang;
       C. ten Noorden van het koor de, vier traveeën diepe, gesloten O. L. Vrouwe Kapel en ten zuiden drie aaneensluitende kapellen en de, twee traveeën diepe, gesloten kapittelzaal met verdieping (waarschijnlijk de oorspronkelijke sacristie) ;
       D. eenen toren, met overwelving, waarvan de spits na den brand van 1694 is vernieuwd, vermoedelijk door den architect van de Grafelijkheid in 's-Gravenhage, Gijsbert Blooteling.
       Tegen de vijfhoekige kapel op den noord-westhoek is een heilig graf uitgebouwd en tegen de vijfde schipkapel en de noordzijde een gewelfde kapeltravee.









HET UITWENDIGE.

De consistoriekamer met hare interessante gewelven en geheel in stijl gehouden meubileering.

       A. De zijbeuken van het schip hebben eenvoudige, inwendig, als scheidingsmurender kapellen, doorloopende beeren, vanwaar bij de drieoostelijke, die boven de daken der kapellen uitrijzen, luchtbogen geslagen zijn naar de vlakke schipbeeren, waar zijbekroond worden door pinakels, eindigend in de stijlender omgaande kerkbalustrade langs het schipdak.
Alleen de drie Oostelijke schipkapellen van de zuidelijke beuk hebben topgevels met maaswerk en hogels.
De westelijke zijbeuk-beeren, ook die in het middenvan de zijwanden van den toren vertoonen slechts uitsparingen voor zulke (niet aangebrachte) luchtbogen. De vijf-deelige vensters van den lichtbeuk en de schipkapellen hebben laat gotisch maaswerkin de koppen, behalve de beide westelijke — het westelijkste is blind — van den lichtbeuk.
       B. De met hoekbeeren versterkte dwarspandgevels eindigen in een driehoekigen. met hogels bezetten top en hebben beneden eene geprofileerde, spitsbogige nis met dekboog op kraagsteenen, waarin eensegmentvormig getoogde ingang.
Hierboven een grootzesdeelig venster in den noordelijken, een smal venster in den zuidelijken gevel.
       C. De lichtbeuk van het koor heeft vijfdeelige, in de sluiting driedeelige, vensters met flamboyant maaswerk:
op de twee westelijke beeren is, als bij het schip één luchtboog geslagen en één niet verder dan de voorbereiding gekomen.
De kooromgangen de drie zuidelijke koorkapellen hebben rijk behandelde beeren met pinakels en versnijdingen en vijfdeelige vensters met laat-flamboyant maaswerken hierboven (geschonden) windbergen; de drie oostelijke velden van de omgangsluiting worden door driehoekige contrefortjes met pinakels verdeel h5 text-startd in twee vakken, elk met een driedeelig venster; deze kapellen en omgang-traveeën zijn gedekt door tentdaken.

Het hooge Koor met afsluithek.

       De kapittelzaal heeft eveneens contrefortenmet rjjke versiering en windbergen boven de vensters; in en naast deze windbergen en in de vensters laat-gothische traceeringen met Renaissance-motieven (dolfijnen, putti,schelpen enz.), die ook voorkomen in het beeldhouwwerk ter versiering van de muurvelden, ontstaan door het gedeeltelijk dichtmetselen van de vensternissen der kapittelzaal.
De O. L. Vrouwekape] heeft nog een geheel gotisch karakter:
windbergen met laat-gotisch maaswerk, met pinakels versierde steunbeeren, de ingang met laat-gotische profileering, ezelsrugboog en hieronder een beeldnisje.

       D. De toren bestaat uit drie, telkens inspringende vierkante geleidingen met balustrades en met rijk-ontwikkelde overhoeksche beeren (waarvan de zuidwestelijke in verbinding met een achtkantigen traptoren) en een eveneens door een balustrade bekroonde achtkantige lantaarn, op de hoeken geschoord door twee, van de zich als pinakels voortzettende beeren geslagen, lucht-boogjes;
de lantaarn wordt bekroond dooreen op lagen steenenonderbouw rustenden gerekten houten helmmet peer, waarop een open achtkant koepeltje.
De onderste geleding heeft een zwaargeprofiteerde ingangs-nis met kraagsteenenen baldakijnen in de dagkanten; tweedeelige poort en hierboven een vijfdeelig venster;
boven de ingangsnis wederom een geprofileerd spitsboogvenster en in de zijwanden boven de zijbeukdaken vierdeelige spitsbogige spaarnissen;
de rijkbehandelde tweede en derde geleding worden in hoofdzaak geleed door telkens twee driedeelige spitsbogige spaarnissen en galmgaten.












HET INWENDIGE.

       Inwendig zijn alle rechthoekige traveeën, met uitzondering van de door een stergewelf overdekte eerste koorkapel aan de Zuidzijde, overkuisd met, in het dwarspand en in het kooi met gebeeldhouwde sluitsteenen versierde, kruisrib gewelven,welker ribben en gordelbogen bij de lichtbeuken van schip en koor zonder tusschenkomst van kapiteelen voortkomen uit de op ronde zuilen met koolbladkapiteelen rusten de muraalbundelpijlers;

Het nog in uitstekenden staat verkeerende orgel met monumentale preekstoel.

tusschen deze een omgaand triforium; ook de spitsbogen, waarmede zich de door traceeringen verlevendigde schipkapellen naar de zijbeuken openen, verloopen zonder kapiteel in de tegen de scheimuren gestelde halve zuilen.
In het koor herinneren bij de oostelijke travee en de sluiting de zware, lage sluitingsmuur met nog de oorspronkelijke vensterdorpels aan den tijd, toen deze wanden de buitenmuren der kerk vormden.
De toren heeft in de benedengeleding boven elkander een ster- en een kruisribgewelf, in de derde geleding een achtdeelig straalgewelf, terwijl in het achtkant hoekcolonetten met ribaanzetten bleven.



















WAT BINNEN TE ZIEN IS.

       Natuursteenen altaar met drieluik: de vinding der drie kruisen door keizerin Helena;
op de binnenzijden der vleugels: de wonderlijke erkenning van het ware geloof en Constantijn de Groote bij Ponte Molle; op de buitenzijden voorstellingen uit het leven van den H. Hubertus en den H. Hieronymus.
(Het altaar dateert uit pl.m. 1550 en is afkomstig uit de werkplaats van Jan Scorel en is later hersteld door J. H. Hester man. )
       Een eiken koorhek met koperen spijlen.

Het prachtige, maar helaas sterk beschadigde praalgraf van Engelbrecht II van Nassau en Cunenberg van Baden.

(Blijkens jaartal dateerend van 1581; deuren met eenige fragmenten uit 1567.)
       Gesneden eiken hekken langs de O. L. Vrouwe kapel en tusschen de westelijke kruisingspijlers.
       Twee groote dubbele eiken koorbanken (van 1450) met rijk gebeeldhouwde wangstukken met krullen en rustlampen, waarop gesneden voorstellingen: twee kleine gesneden koorbanken (van pl.m. 1500.)
       Fraai koperen doopvont, gesloten door een deksel met torenachtige overhuiving aan een rijkgesmeden kraan; de vont mist de oorspronkelijke erbij behoorende beelden en andere versieringen. (Deze doopvont werd in 1540 van Joos de Backer te Antwerpen en gegoten te Mechelen naar een ontwerp van Hans den glasschrijver.)
       Gesneden eiken preekstoel met koperen leuning (dateerend van 1640.)
       Eenvoudig eiken doophek (van 1650.)
       Twee gegoten koperen lezenaars (van 1640.)
       Staande balustervormigen koperen doopbekkenhouder(van 1650.)
       Orgel met gesneden kast (hoofdzakelijk van 1715; het middenstuk van het beneden front gedeeltelijk nog uit 1540 en de beschilderde luiken daaraan van 1650.)
Een gesneden heerenbank z.g. Prinsenbank (1663.)
       Verder vindt men in de kerk een groot aantal grafmonumenten, die echter — duizendmaal jammer — op schandelijke wijze onherstelbaar geschonden zjjn en getuigenis afleggen van de brutale wijze waarop de vandalen zijn te werk gegaan.
       Het zijn de volgende gotische:
       1. Geschonden monument, waarboven een kalksteenenrelief, voor Jan L van Polanen (1384) met nog eenige figuren in de spitsboognisjes der natuursteenen tombe, op welker dekplaat de liggende beelden van den doode en zijn beide vrouwen.
       2. Eenvoudiger (eveneens sterk geschonden) soortgelijknis monument (1400) voor Jan II van Polanen.
       3. Rijkgebeeldhouwd kalksteenen grafmonument ( 1440-1443), eerst sterk geschonden, doch ingrijpend hersteld door Dr. P. J. H. Kuypers en L. Royer.
       4. Achter een gesmeed ijzeren hek voor Engelbrecht I van Nassau (overl. 1443) en Johanna van Polanen (overl. 1446), hun zoon Jan (overl. 1475) en diens gemalin Maria van Loon (overl. 1500), op welks versierde sarcofaag een ook aan de achterzijde bewerkte retabel met verscheidene beelden onder een weelderige, tusschen versierde pijlers gevatte, overhuiving.
       5. Een sterk geschonden monument voor een onbekende,met diens liggend beeld op de tombe, waarachter een rijkversierde nis.



Renaissance:        I. Een prachtig vrijstaand grafmonument van het zuiver stealbast en marmer, dateerend van 1526—1538 voor Engelbrecht II van Nassau, bestaande uit een door vier helden der oudheid getorste zerk, waaronder de beelden van Engelbrechten zijn vrouw en waarop een wapenrusting.
       II. Een geschonden monument voor Frederik van Renesseen zijn vrouw (1538—1550) op de door een eenvoudig hek omgeven tombe de (eveneens geschonden) uit prachtig albast gehouwen beelden van den ridder en diens vrouw.
       III. Een monument: De zeven smarten van Maria, onder een rijke en sierlijke overhuiving, tegen welker achterwandeen Piëta, omgeven door medaillons.
       Verder rijk-gebeeldhouwde epitafen: een voor Joris van Froenhusen (1512) met verguld koperen relief. St. Jorismet den draak.
Vier kalksteenen voor Nicolaas Kerling (overl. 1546), Jan van Hulten (overl. 1555), Jan vanDendermond van Borgnival (overl. 1 555) en voor een onbekende.
       Een zeer grootsche epitaaf voor het geslacht van Assendelft (overl. 1550) en een voor Andreas August. Graaf van Pretorius (overl. 1762.)
       Men vindt in deze kerk verder omstreeks honderd vijftig groote en kleine grafzerken, w.o. vele gebeeldhouwde, zoowel in Gothischen als in Renaissancestijl, waarvan er vele voorzien zjjn van gegraveerde messingplaten; talrijkekostbare muurschilderingen van 1500 en 1450 en fragmentenvan gebrandschilderd glas, avondmaalswerk in zilver en collecteschalen in tin, benevens een tinnen wijnkan van omstreeks 1664.



DE FINANCIEELE POSITIE VAN BREDA EN HARE INWONERS

door Mr. PH. VAN WOENSEL, Hoofdcommies ter Gemeente-secretarie te Breda.


       Hem, wien gevraagd wordt eenige regels te schrijven over de geldelijke positie eener stad en over de gegoedheid der inwoners, valt nu niet direct de aangenaamste taak ten deel.
Hij kan cijfers weglaten en een betoog houden, dat alles botertje aan den boom is.
wat verdacht veel op reclame lijkt, met het gevolg, dat. als iemand het al leest, niet ieder het gelooft: hij kan cjjfers geven en nog eens cijfers, heelestaten cjjfers van de stad in kwestie in vergelijking met vele ndere, om zyn betoog te onderstreepen, met het nog minder fraaie gevolg, dat niemand het leest en ieder "het wel gelooft.
       Vandaar de spreuken van den gulden middenweg en van de waarheid, die in het midden ligt.
......En om in stjjl te blijven: Breda ligt ook in het midden, d.w.z. de stad en hare inwoners nemen in den algemeenen toestand van het land en van andere steden een soliede. stevige positie in, die niet klimt in de legendarische hoogten van een Walhalla, doch evenmin van het bestaan eener onderwereld weet.
       Nu is het wel verkeerd om met bovenstaande conclusie te beginnen, maar ik zal ze U toch bewijzen.
       Bij een gelijk heffingspercentage van 80 opcenten bracht de grondbelasting op de gebouwde eigendommen in Breda,de kleinste der 4 grootere steden in de provincie Noord-Brabant, in de laatste jaren een bedrag op, dat haar No. 2 in deze rij plaatste, iets wat pleit voor den welstand harer inwoners, die toch altijd eenigszins in de opbrengst op het gebouwde tot uitdrukking komt.
Nu sedert kort van de hoofdsom dezer belasting aan de gemeente wordt uitgekeerd,is de positie der gemeente zelf in deze zeker niet slechter geworden.
       Een tweede voorname inkomstenpost, die voor den welstand eener gemeente en tevens voor dien harer inwoners een maatstaf mag vormen, is de opbrengst der personeele belasting.
Bij een opcentenheffing van 80—150, die, naar moet worden toegegeven, niet gering is.
heeft die belasting over 1931 een bedrag van een dik half millioen gulden opgebracht.
een som, die ook allesbehalve gering is.
Een vergelijking over de laatste jaren van de opbrengst dezer belasting te Breda met die van andere gemeenten van ongeveer dezelfde grootte en met gelijk opcentental valt zeker gunstig voor Breda uit, wat aantoont, dat de inwoners zich eenige uitgaven kunnen veroorloven.
       Met de vermogens is het al niet anders gesteld.
Gedurende de laatste jaren is het belastbaar vermogen per aangeslagene in Breda gelijk aan het gemiddelde, dat voor het geheele rijk geldt, t.w, ongeveer f 80,000. Het aantal aangeslagenen was rond 1100, wat eveneens met het rijksgemiddelde overeenstemt.
Wel zullen deze cjjfers den allerlaatsten tijd een ongunstige wjjziging hebben ondergaan, doch dit geldt voor het geheele rijk en voor alle gemeenten.
Nauwkeurige cijfers over den toestand van het oogenblik staan nog niet ten dienste.
       Doch men kan er van op aan, dat de positie van Breda solied is.
Ook met betrekking tot de inkomens.
Was het gemiddelde belastbaar inkomen per aangeslagene in het geheele rijk de laatste jaren gemiddeld f 2300.—.
Breda overschreeddit bedrag met een groote f 100.—; het aantal aangeslagenen verhield zich tot de bevolking als 1 tot 4, wat bij het rijkgemiddeld al niet anders was.
       De gemeente kan voor het jaar 1932/33 volstaan met een heffing van 52 opcenten op de gemeentefondsbelasting, waarmede zij, zoo noodig. nog lang niet aan het eind van haar Latijn is.
De heffing van 52 opcenten berust op een uiterstvoorzichtige schatting, die 15% lager is dan over 1931/32.Of voor deze groote voorzichtigheid reden is, zal de toekomst moeten leeren.
Het gemeentebestuur van Breda weet echter voorzichtig te zjjn, getuige de reserves en de dikwijls mooie batige saldi.
       Wel is de toestand in het bedrijfsleven niet rooskleurig, maar fabrieken als Hollandsche Kunstzjjde-Industrie, de Kwatta. de Etna, de Drie Hoefijzers, e. m. a. kunnen tegen een stootje.
Wel is de werkloosheid in Breda toegenomen (waar is ze dat niet?) en moesten voor armenzorg, werkloosheidssteun,werkverschaffing en subsidie aan werkloozenkassen beduidende bedragen worden uitgetrokken, doch als men weet,dat voor die bedragen geen cent is geleend, integendeel, dat alles wat tengevolge van de economische crisis wordt uitgegeven voor steun aan werkloozen enz. in 1931 geheel uit de gewone middelen is betaald, terwijl dit ook voor 1932 het geval zal zijn, dan meen ik te mogen zeggen, dat het met den invloed der crisis op de finantieele positie der gemeente nogal losloopt.
       De inkomens- en vermogenspositie der ingezetenen in het algemeen zal ook zeker niet zoo'n gevaar loopen als veelalelders.
De bronnen, waaruit deze positie wordt opgebouwd, zijn daarvoor te varieerend.
De inwoners van Breda zijn niet aangewezen op één enkel middel van bestaan.
Men heeft er fabrieken voor kunstzij, suiker, delicatessen, bier, conserven, ijzerwerk, machines, verfwaren, betonconstructies.
Men heeft er een solieden handeldrijvenden middenstand — ik heb uwel gezegd, dat alles aan Breda solied was —; het is een centrumgemeente met veel ambtenaren, met rechterlijke, sociale en andere bemoeienis; een centrumgemeente, waarop velen uit de omgeving zijn aangewezen en die aan velen uit de omgeving werk verschaft.
       Tijdelijk kan men in zoo'n stad iets van zijn groote kracht moeten inboeten, meegesleurd als men wordt door elke sterke economische depressie, die algemeen en over een geheelelinie werkt.
Doch dit doet niet af aan het feit, dat men in verhouding tot alle anderen zeker niet terrein verliest; ik zou zeggen: integendeel.
Een stad en hare inwoners, die gezamenlijk op zulk een gezonden en vooral breeden basis staan, kunnen gerust zijn.
Niet-ingezetenen, die zich hier willen vestigen, belanden in een veilig milieu.
Willen zij komen om geld te verdienen, de mogelijkheid ertoe is er van allekanten.
Willen zij er zich vestigen om het uit te geven, de gemeente zal de laatste zijn om het hun afhandig te maken!



• • •



       Zoo juist wordt bekend, dat er nog een leening van 1 1/2 millioen gulden zonder eenige strubbeling bij een bank is geplaatst, wat in een tijd, waarin het gemeen te crediet zoozeer heet te hebben geleden, toch een tot voldoening stemmend feit mag heeten.
Een schuld van f 60.— per inwoner voor niet-productieve doeleinden is ook waarlijk geen zorgwekkend debet.
       En dan de schitterende bedrijven! Wie sprak daar van malaise?



BREDA ALS INDUSTRIESTAD

door Mr. Fr. SMITS, Voorzitter der V.V.V. "Breda Vooruit


       Jaren geleden zou niemand er aan gedacht hebben om een woord te wijden aan bovenstaand onderwerp, maar sedert enkele tientallen jaren is Breda verrijkt met een aantal groot-bedrijven, die reden zijn, dat Breda ook als industriestad meer dan gewone belangstelling verdient.

Een vogelvluchtfoto van het Gebouwencomplex der N.V. Hollandsche Kunstzijde-Industrie te Breda.

       Breda, het "Stadje van Plezier, zal steeds met eere dien naam blijven voeren, maar de stad, die bekend is om de opgewekte, vlotte levenswijze van hare inwoners, zij laat er naast zien in de talrijke groot- en kleinbedrijven, dat er ook gewerkt wordt, misschien harder dan elders, in den waren zin des woords.
       Vooral sinds bet bedrijf der Kunstzijde-Industrie zijn intrede deed in onze stad (ongeveer 10 jaar geleden) is de naam van Breda als industriestad gevestigd.

Een gedeelte der gebouwen van de N.V. Stoom Chocolade-Cacaofabriek „Kwatta” te Breda.

Maar ook vóórdien waren er reeds verscheidene industrieën in Breda, welke zich langzamerhand, gestadig hebben uitgebreid en zyn opgeklommen tot groot-bedrijven, welke een klinkenden naam hebben, zoo in binnen- als buitenland.
De verbindingen, zoowel te land als te water, zijn zeer geschikt voor den handel, en dit was een der voornaamste factoren om de vestiging van industrieën te bevorderen.
       Daarbij moet geconstateerd worden, dat de verhouding tusschen werkgever en werknemer in deze streken zeer goed is te noemen, hetgeen vooral in dezen tijd zeer belangrijk is om den bloei der bedrijven te bewerkstelligen.
       Het stadsbestuur voelt ook de belangrijkheid voor zijn stad van het stichten van bedrijven.
In den aanleg van het Belcrum-kwartier met de nieuwe haven zjjn er groote aspecten geopend voor het vestigen van industrieën.
       In de bedrijven zelf bestaat zeer groote verscheidenheid.

In het midden der foto ziet men de uitgestrekte gebouwen-comptexe n der N.V. Bierbrouwerij „De Drie Hoefijzers”.

Noemde ik straks reeds de Kunstzijde-Industrie, die met haredochter-maatschappijen wel een der eerste plaatsen onder de groot-bedrijven inneemt, daarnaast zijn er nog veie andere te noemen.
Zoo o.m. de belangrijke Lucifer-Industrie, de Machine-industrie, Ijzergieterijen, Brouwery-lndustrie, Verf-warenfabrieken, Passementfabrieken, Chocolade- en Caramel-fabrieken, Beton-Maatschappijen en groote Aannemersbedrijven.

Het groote kantoorgebouw van de Internationale Gewapend-Betonbouw aan de Willemsfraat te Breda.

       Ook voor het vreemdelingenverkeer is de ontwikkeling van Breda als industriestad van groot belang.
Immers op de eerste plaats brengen de industrieën veel zakenmenschen, zoowel van binnen- als buitenland, binnen de muren.
Maar daarenboven komt het nog geregeld voor, dat van een eerste zakelijke kennismaking met onze stad en hare inwoners een langer oponthoud in vacantietijd het indirecte gevolg is;
welke voordeelen dit mede kan brengen voor verschillende categorieën van personen en zaken, hierover wil ik niet verder reppen.

De groote fabrieken en kantorencomplexen der London-Caramel-Works (N.V. Londensche Caramei- en Suikerwerk/abriek) te Breda)

       Slechts enkele woorden heb ik gewijd aan dit onderwerp, maar toch hoop ik.
dat deze de uitwerking zullen hebben, dat zij, die zich de belangrijkheid van Breda als industriestad nog niet bewust zijn, hiervan thans overtuigd zullen zijn en zij, die het reeds wisten, zich in hunne meening gesterkt zullen voelen!









BREDA
EN HAAR VERMAKELIJKHEDEN

door B. C. SCHULTE
(Bestuurslid van "Breda Vooruit en lid van de Beiaardcommissie)

Het front van het Schouwburggebouw en Concertzaal der Vereeniging „Concordia”

       Breda, het "Haagje van het Zuiden" wordt ook wel eens genoemd "Het stadje van plezier"......
       Inderdaad, als men dezen naam zou moeten afleiden aan de vele vermakelijkheden, welke te Breda zijn te genieten,dan is deze naam welverdiend.
Misschien in geen enkele provinciestad van ons land zal men de vermakelijkheden op ieder gebied in zoodanige mate vinden, als te Breda.
       Maar toch...... die naam is niet verdiend, als men zou denken, dat in Breda het plezier hoofdzaak is.
       Zij, die Breda kennen, weten wel beter.
       Intusschen houdt de Bredanaar er van, om op zijn tijd te profiteeren van hetgeen in binnen- en buitenland op het gebied van vermakelijkheden te zien en te hooren is.
       Het feit, dat Breda een tooneel- en concertzaal bezit, welke in alle opzichten kan wedijveren met tooneelzalen in groote steden, draagt er niet weinig toe bij, dat talrijke vermakelijkheden kunnen plaats hebben.
       Wij bedoelen het prachtige gebouw van de Vereeniging "Concordia op het van Coothplein.
dat, wat inrichting betreft, zjjn wederga in de provinciesteden van ons land niet gemakkeljjk zal vinden.
       Behalve een zeer groote schouwburgzaal, geheel modern ingericht, met een tweetal balcons en zijloges, welke in totaal ruim 1200 personen kan bevatten, vindt men er uitstekend geoutilleerde foyers, koffiekamer, garderobes enz., terwijl de tooneelruimte, de grootste is en het best ingericht, van alle tooneelinrichtingen in ons land, terwijl een aantal keurige kleed- en requisitenkamers, de inrichting completeeren.
       In deze zaal worden, zoowel voor het publiek als voor de leden der in dit gebouw gevestigde vereenigingen, n.l. "Concordia en "Bonus Eventus, talrijke tooneeluitvoeringen gegeven. waarbij de allereerste tooneelgezelschappen uit het land optreden.
       Ook worden in Concordia de bekende Bouwmeester-revues telken jare meermalen opgevoerd, terwijl bekende specialiteitengezelschappen als Faveur e. a. meermalen in het jaarvoorstellingen komen geven.
       Bijzondere attracties vormen de opera- en operette-uitvoeringen, te geven door de Italiaansche Opera en door de Vlaamsche Opera uit Antwerpen, terwijl meermalen in het jaar het Operettegezelschap van Fritz Hirsch de beste operetten van zijn repertoire komt uitvoeren.
       Behalve deze tooneeluitvoeringen van beroepstooneelisten, geven de talrijke in Breda gevestigde Dilettant vereenigingen geregeld hunne voorstellingen in het gebouw "Concordia en de meeste van deze uitvoeringen staan eveneens op zeer hoog peil.



• • •



Het intérieur van „Concordia”. De groote schouwburgzaal, gezien vanaf het tooneel.

       Breda bezit echter — behalve Concordia — nog meerdere goede schouwburgzalen, waarvan we alleen maar willen noemen "Hof van Holland en de "Graanbeurs, welke beiden gelegen zijn in de Reigerstraat.
       Ook in deze zalen hebben geregeld tooneel- en muziekuitvoeringen plaats, zoowel van Bredasche- als van vreemde gezelschappen, welke meestal op hoog peil staan.
       Men vindt verder in Breda een drietal bioscopen, waarin de beste films, welke op de markt verschijnen, worden vertoond. Het zijn de Luxor Bioscoop in de Boschstraat, het Grand Theater aan het van Coothplein en de Paleisbioscoop in de Brugstraat.


• • •



       "Zeg me hoe het met de muziek in uw woonplaats staat en ik zal U zeggen, hoe het beschavingspeil der bevolking is.
       Wanneer men dezen maatstaf, op dit variant van een bekend spreekwoord voor Breda toepast, dan slaat Breda ook hierin een uitstekend figuur.
       Het is toch een opmerkelijk feit, dat men in andere plaatsen met meer inwoners de z.g. abonnementsconcerten, wegens gebrek aan belangstelling heeft moeten staken, terwijl men in Breda, onder de auspiciën der Bredasche afdeeling van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst geregeld talrijke beroemde solisten, trio's en kwartetten kan hooren, terwijl de abonnementsconcerten van de Arnhemsche orchestvereeniging eveneens zeer veel belangstelling trekken.
Liefhebbers van gewijde muziek kunnen de orgelbespelingen bijwonen welke in den zomer, des Vrijdagsavonds in de Groote Kerk gegeven worden.
       Bij een goede harmonische opvoeding kan het muziekonderwijs niet gemist worden, vandaar dan ook, dat de Bredasche Muziekschool, waaraan bekwame krachten verbonden zijn, bloeit en talrijke leerlingen telt.
       We vinden te Breda verder talrijke muziek- en zanggezelschappen, die allen een bloeiend bestaan leiden en waarvan de concerten inderdaad veel te genieten geven.
       De Koninklijke Zangvereeniging "Breda's Mannenkoor" onder leiding van Willem Robert Jr. met 145 werkende leden, is bekend in het geheele land en wordt gerekend onder de allerbeste mannenkoren van Nederland.
De concerten van dit mannenkoor vormen evenementen in het Bredasche muziekleven.
       De afdeeling "Toonkunst, welke te Breda is gevestigd, bezit een gemengd koor, dat minstens eens per jaar een belangrijk werk — b.v. een Oratorium — ten gehoore brengt, waarbij in den regel het versterkte Symphonie-orkest "Smetana" hare medewerking verleent.
Ook deze vereenigingen staan onder leiding van den heer Robert.
       Symphonieconcerten hebben te Breda verder geregeld plaats.
De Arnhemsche Orchestvereeniging geeft meermalen in het seizoen de te Breda reeds populair geworden middagconcerten, terwijl het Symphonie-orchest van de Stafmuziekv an het 6de Reg. Infanterie, onder leiding van den heer Louis de Morée, benevens de orchestvereeniging ,"Smetana" onder leiding van den heer Robert talrijke concerten geven.

Het Bredasche Marktplein, met de muziekkiosk, waarop meermalen per week concerten plaats hebben.

       Breda telt verder nog talrijke zangvereenigingen, die — speciaal in de wintermaanden, — de liefhebbers van deze soort muziek, volop te genieten geven.
       Het zijn:
       Kon. Erk. Zangvereeniging "Zanglust, Directeur de heer Jacq. Maassen.
       Mannenzangvereeniging "Vereenigde Zangers, Directeur de heer Jacq. Maassen.
       Etna's Mannenkoor, Directeur de heer G. Buwalda.
       K. E. Zangvereeniging Gemengd Koor "Volksadel", Directeur de heer H. Brejaart.
       Breda's Chr. Gemengd Koor. Directeur Joh. Adriaanse. Gemengd Koor "Kunst Veredelt, Directeur Jos. Luyten.
       Chr. Zangvereeniging "Sursum Corda, Directeur de heer J. van de Put,
benevens de Gemengde Zangvereeniging "De Brabantsche Stem", Directeur de heer C. van Aken en het
Dubbelmannenkwartet .,Orpheus, Dir. de heer G. Buwalda.
       Verder vindt men te Breda nog meerdere Symphoniever-eenigingen. n.l,:
       "De Kleine Symphonie", Directeur de heer H, Drohm.
       R. K. Strijkorkest "Crescendo", Directeur de heer J. Hels-mortel.
       Het Strijkorkest B. S. O. onder directie van den heer J. Vermeeren
en het Strijkorkest ,,Cecilia, Directeur de heerHenkelman,
terwijl te Breda eveneens is gevestigd de Victoria-Band, onder leiding van den heer Willy Smits, welkereeds vele lauweren mocht behalen.
       Aan Harmonie-muziekcorpsen is te Breda evenmin gebrek.
       De meeste van deze muziekcorpsen geven in de zomermaanden zeer druk bezochte volksconcerten op de kiosk op de Groote Markt en worden daarvoor door de gemeente Breda gesubsidieerd.
Het zijn:
       K. E. Muziekvereeniging "Vondel, Directeur de heer H.Drohm.
       K. E. Muziekvereeniging ,.De Unie, Directeur de heer van Driel.
       Muziekvereeniging "Cècilia, onderafdeeling van de St. Fidelisvereeniging, Directeur de heer Corray.
       Muziekvereeniging "St. Willebrord", Directeur de heer van Driel.
       Harmonie H. K. I., Directeur de heer I'. Kwakernaat.
       De Postharmonie, Directeur de heer J, L. Kroes.
       Harmonie "Vereenigde Vrienden, Directeur de heer C. de Jong.
       Het Politie-Muziekcorps. Directeur de heer Tiebosch.
       Muziekvereeniging "Aurora, Directeur de heer Tiebosch.
       De Arbeidersmuziekvereeniging, Directeur de heer A. Kriek.
       De Mandolineclub ,,Apollo, Directeur de heer A. B. J. van Driel,
       benevens de Mandolineclub "Crescendo, Directeur de heer C. J. Langeberg.
       Voor het eerst geeft de V.V.V. "Breda Vooruit dit jaar des Zondagavonds concerten op de kiosk op de GrooteMarkt.
Daarom zijn een aantal van de allerbeste muziekvereenigingen uit Noord-Brabant geëngageerd, die, als om strijd, wedijveren, om zoo goed mogelijk voor den dag te komen, zoodat deze concerten evenementen zullen zjjn in het Bredasche muziekleven.
       En ten slotte mogen we niet vergeten te vermelden de Stafmuziek van het 6de Reg. Infanterie, die — onder leiding van Kapelmeester den heer Louis de Morée — eveneens meermalen per jaar uitstekende concerten geeft.
       Verder bestaan te Breda nog het Cavallerie-muziekcorps onder Directie van den heer Rijs
en het Artillerie-Muziekcorpsonder leiding van den heer Guillaume Jens,
welke militairecorpsen, vooral bij het uitrukken van den troep, levendigheid brengen in de straten der stad, terwijl ook het
Muziekcorpsder Kon. Mil. Academie zich somtijds doet hooren.


DE BOSSCHEN ROND BREDA

MONUMENTEN VAN ONGEREPT NATUURSCHOON

(Naar gegevens, ontleend aan het "Dagblad van Noordbrabant")



       Het is zeker voor het meerendeel te danken aan het behoud der fraaie domeinbosschen in zijn directe omgeving.

Heerlijke laantjes, midden tusschen hooge masfbosschen geven den wandelaar en fietser een ongekend genot. Hierboven het z.g. „Eeuwigheidslaanfje”

dat Breda is geworden tot het centrum van natuurschoon en vreemdelingenverkeer, waaraan het ook tevens goeddeels haar bloei ontleent.
Wellicht zal daarom ook bij menigeen belangstelling bestaan om iets naders van deze bosschen te vernemen.
       De berooide toestand van 's lands schatkist — is het wel ooit anders geweest? — strookte wonderwel met de staathuishoudkundige ideeën der 19de-eeuwsche regeerders, welke alleen het individu als geschikt voor ondernemingen van welken aard ook beschouwden en de regeerders aarzelden dan ook niet met het op groote schaal verkoopen van domeingoederen, duizenden H.A. heide bij Bergen op Zoom, Alphen, Chaamde Princepeel bij Mill, enz.
welk systeem tot het midden der 19de eeuw krachtig werd voortgezet.
Zoo werden o.a. in Noord-Brabant verkocht 1000 H.A. bosch in de Wouwsche en Huybergsche Plantage,

Een prachtige laan in het Mastbosch. Hooge, eeuwenoude eikenboomen groepen worden hier afgewisseld door sparregroen, mast- en loofhout, waardoor onvergetelijke natuurtaferelen zijn ontstaan.

       De Bredasche domeinbosschen bleven voor verkoop en daarmede zeer waarschijnlijk voor vernietiging als bosch bewaard, omdat het billijkheids bewustzijn van den Nederlander zich met de revolutionnaire practijken kwalijk kon vereenigen en de regeering stond dan ook zoodra mogelijk verschillende domeinen weer in eigendom of vruchtgebruik af aan leden van het vorstenhuis.
De Bredasche bosschen kwamen in 1816 in vruchtgebruik aan Prins Frederik en na zijn kinderloos overlijden in 1881 weer aan den Staat.
       In de Middeleeuwen was het Mastbosch geworden tot een deel van een minderwaardig, voornamelijk struikhoutbosch met veel heide, jachtterrein, waar wolven, wilde zwijnen en herten huisden.

Na de vermoeienissen van het wandelen, zijn het de uitstekende hotels en ontspanningsplaatsen, welke een heerlijke gelegenheid bieden om uit te rusten en den mwendigen mensch te versterken. Hierboven een foto van de Boschwachterswoning, welke tevens dienst doet als ontspanningsplaats.

       De dennen deden pas hun intrede in het begin der 16de eeuw, toen Hendrik, graaf van Nassau, door zaaiïng met Noorsch of Rigazaad het eigenlijke mastbosch stichtte.
Dat dennen ook overigens in de streek ontbraken, bewijst het plaatsen van een gedenksteen te Turnhout in 1675, toen daar voor het eerst dennen, vermoedelijk ook uit Rigazaad. werden geplant.
Het resultaat was te Breda uitstekend. —Schreef Constantijn Huygens niet in zijn dichtwerk "Hofwijck", den naam zijner buitenplaats bij den Haag, waar hij dennen, afkomstig uit het Mastbosch had geplant:
"Hier buig ik voor Breda, mijn masten zijn hun kind'ren.....
       Een zware storm in 1800 velde een groot deel van het bosch.
Daarna zijn de groote lanen, die het thans doorsnijden, er door gehakt.
In het midden der vorige eeuw huisden in het bosch nog vele reigers.


De Vijfsprong in het Liesbosch.

       Het Ulvenhoutsche Bosch en het Liesbosch zijn loofhoutbosch gebleven, al zijn zij in den tegenwoordigen vorm en aanleg, vooral het Liesbosch, blijkbaar uit planting voortgekomen.
Het Liesbosch moet vroeger veel herten geherbergd hebben, die aldaar "door de Heeren van Breda" tot hun vermaak onderhouden werden.
Indien deze herten, zooalsvroeger placht te zijn, in vrije wildbaan voortkwamen, moethet bosch toch ook veel grooter zijn geweest.        Na het overlijden van Willem III, Koning van Engeland, zijn de herten verjaagd en gedood.
       Werd reeds een eeuw geleden gewezen op de zeer aangename verlustiging en vermakelijke wandelplaatsen die "de domeinbosschen den inwoners van Breda en omliggende plaatsen boden", de buitengewone beteekenis van het behoud der bosschen zou zich pas in onze dagen openbaren, nu de behoefte aan ontspanning en tijdelijke rust in de harmonische natuur, voor den gejaagden, modernen mensch zooveel grooter is geworden en de gelegenheid daartoe door de verdwijning van het landschapschoon elders steeds afneemt.
       Welnu, de bosschen rondom Breda, bieden nog zóóveel moois en merkwaardigs, dat zij inderdaad ,als ware natuurmonumenten mogen worden gekenschetst.

De Kerkdreef, met op den achtergrond het z.g. jachthuis in het Liesbosch.

       De lommerrijke wandelwegen, waar, zelfs in de meest warme zomermaanden, een frissche temperatuur heerscht, de goed geoutilleerde hotels en pensions en de uitstekende verbindingswegen met Breda, zijn voor Bredanaar en vreemdeling monumenten van natuurschoon en bieden den vacantieganger dagen van ongekend genot en inderdaad weldoende rust.
v. d. M.












BREDASCHE BEIAARDCONCERTEN

JUWEELTJES VAN VOLKSKUNST EN VOLKSCULTUUR

door J. VAN DER MARCK, Secretaris der Beiaardcommissie.

       De prachtige toren van het schitterende bouwwerk "De Groote of O. L. Vrouwe Kerk" op de Groote Markt, bevat een instrument, dat voor de Bredasche burgerij en voor honderden vreemdelingen, die Breda bezoeken, even onmisbaar is geworden als hun dagelijksch brood.
       De heerlijke beiaard, een geschenk van Breda aan de Gemeente, doet — vooral in de zomermaanden — zijn gouden klanken weerklinken over Breda's straten en pleinen, en brengt afwisseling en volkskunst na gedane dagtaak.
       Inderdaad zjjn de door "Breda Vooruit georganiseerde volksconcerten van groote beteekenis geworden voor het Bredasche leven.

De Bredasche Beiaardier Jacq. Maassen aan het klavier van het Bredasche Carillon.

       Het was dan ook een beteekenisvolle daad van "Breda Vooruit", toen zij in den loop van het jaar 1928 eene actie inzette, om te trachten de noodige middelen bijeen te brengen, om aan de stad Breda een modernen beiaard ten geschenke aan te bieden.
       Immers, de oude beiaard voldeed niet meer aan matig te stellen eischen en de beiaardminnaars, — reeds toen zoo talrijk in Breda, — zouden het op buitengewoon hoogen prijsstellen, indien een nieuwe beiaard, geheel volgens moderne eischen ingericht, zou kunnen worden verkregen.
       "Breda Vooruit toog aan het werk en mocht na eenigen tijd het genoegen smaken, de middelen te hebben bijeen gebracht, waarmede het aanschaffen van een nieuwen beiaard kon worden bereikt.
De geheele Bredasche burgerij heeft daaraan medegewerkt, terwijl talrijke particulieren, vereenigingen en firma's een of meer klokken aan de commissie ten geschenke gaven.
       Beiaard feesten en beiaard wedstrijden werden ingericht, uit welker opbrengst de giften aan "Breda Vooruit" werden verkregen.
       Het waren slechts enkele maanden, welke "Breda Vooruit noodig had om het noodzakelijke bedrag bijeen te brengen, waaruit voldoende blijkt met hoeveel enthousiasme de Bredasche bevolking het initiatief van "Breda Vooruit heeft begroet.
       Het was toen slechts een kwestie van tijd, om den nieuwen beiaard in werking te kunnen brengen en dit moment brak aan.
toen op 8 Juni I929 de grootmeester der beiaard-kunst, Jef Denijn, het nieuwe, prachtige instrument, vervaardigd door de firma B. Eysbouts te Asten (de klokken werden gegoten door de beroemde klokkengieters Gillett en Johnston te Croydon) met een schitterend concert inwijdde.
       Het nieuwe instrument heeft 45 klokken, welke allen, zoowel met klavier, als mechanisch bespeelbaar zijn, en voldoet aan de allerhoogste eischen.
       En van dat oogenblik af klinkt om het kwartier het stemmige en stemmingsvolle beiaardspel over de stad Breda, hetwelk wordt verwekt op mechanische wijze, terwijl de stadsbeiaardier, de heer Jacques Maassen, tweemaal per week, des Dinsdags en Vrijdags, zijn kunstzinnige beiaard-concerten ten beste geeft.

De Bredasche Beiaardier Jacq. Maassen verpoost zich een oogenblik na de vermoeienissen van een ingespannen concert op den Beiaard. Men ziet den kunstenaar hier, staande op een der ommegangen van den prachtigen Bredaschen O.L. Vrouwe-toren, starend in de verre verten, als om nieuwe inspiraties op te doen voor een heerlijke improvisatie.........

       Maar het hoogtepunt van de beiaardconcerten wordt bereikt in de zomermaanden wanneer de speciale beiaardconcerten van "Breda Vooruit worden gegeven.
Dan komen de beste beiaardiers van Nederland en België naar Breda, om in de heerlijke zomeravonden het prachtige beiaardspel tot zijn hoogste uiting te brengen.
       Men ga dan eens luisteren in het prachtige Valkenberg, of onder de hooge muren van het oude Militaire Hospitaal en wjj zijn er zeker van, dat een ieder, die van hoogstaande muziek wil genieten, ten volle zal zjjn voldaan.
Daar vindt men dan ook de honderden beiaard liefhebbers, in de grootste aandacht luisterend naar de twinkelende tonen van de prachtige klokkenharmonie en naar de heerlijke melodieën, welke de kunstenaars van den beiaard, door Breda's luchten doen zweven.
Dan eerst begrijpt men de groote cultureele waarde van dit in vroegere tijden zoo geliefd volksïnstrument, dat in de huidige dagen, vooral door de bemoeiingen van "Breda Vooruit, weder tot groote ontwikkeling is gebracht.
       En als dan de beiaardier zijn kunstig spel heeft geëindigd, groepen de luisteraars aan den voet van den toren bijeen, hun blikken gevestigd houdend op het kleine poortje, om, als de kunstenaar daar verschijnt, hem een enthousiaste ovatie te brengen.
       Inderdaad, de beiaard en het beiaardspel vormen een groote attractie voor de Bredasche burgerij en ook de talrijke vreemdelingen, die in de zomermaanden Breda bezoeken, ontkomen niet aan den machtigen indruk, welke goede beiaardconcerten op hen maakt.



BREDA ALS GARNIZOENSPLAATS

(door den Kapitein van den Generalen Staf T. H. Schol)

       Breda is één der voornaamste garnizoensplaatsen des lands.
       Men treft er aan het Commando van de llle Divisie, zich uitstrekkend over de drie Zuidelijke provinciën des lands, de Koninklijke Militaire Academie, thans nog de eenige inrichting tot opleiding van beroepsofficieren, de Staven van de llle Artillerie Brigade en van de IVe Infanterie Brigade, benevens de Commandant in het Eerste Geniecommandement, alle met een gezagsgebied zich minder of meer buiten Breda uitstrekkende.

Het hoofdgebouw der Kon. Militaire Academie, de eenigste in ons land bestaande opleidingsschool voor officieren.

       Voorts zjjn te Breda in Garnizoen het oude bekende 6de Regiment Infanterie, het 3e Regiment Veld-Artillerie, het 2e half Regiment Huzaren, de 3e en de 4e Compagnie Hospitaal-Soldaten, de 3e Compagnie van de School voor Reserve-Officieren der Infanterie, de School voor dienstplichtige Onderofficieren-administrateur, de Staf en eenig verder personeel van de 3e Compagnie Politietroepen.

De Chassé-Kazerne (Infanterie).

Ten slotte mogen ook niet vergeten worden het Militair Hospitaal met het daaraan verbonden Geneeskundig Personeel, de Aalmoezenier, de eerst aanwezend ingenieur der Genie, het Garnizoenscommando en enkele magazijnen.
       Militaire bedrijvigheid kan men dus te Breda in elk opzicht verwachten.
       Breda is niet alleen een belangrijke, doch, dank zij haar omgeving, ook een goede garnizoensplaats.

De Kazerne der Cavalerie.

De Galdersche Heide, met het aangrenzend Mastbosch, het schietterrein (nabij de Tuchtschool), de Molenheide (het vliegveld), de Molenschotsche Heide, het Cadettenkamp met de aangrenzende Setersche bosschen, de Vraggelsche Heide (ten Noorden van het dorp Teteringen) vormen uitnemende oefenterreinen, die, met uitzondering van enkele dagen gedurende de herhalingsoefeningen der Infanterie, ruimschoots voldoen aan de eischen, door de hedendaagsche militaire opleiding gesteld.

De Kloosterkazerne (Infanterie).

Eens deels ressorteerende onder het Staatsboschbeheer, anderdeels door een gelukkige samenwerking van burgerlijke- en militaire autoriteiten ingehuurd als militair oefenterrein, zullen zij hopelijk nog lang een oefengelegenheid vol afwisseling aan het Bredasche Garnizoen bieden, terwijl zij daardoor tevens voor de natuurliefhebbers gespaard blijven.

De Kazerne der Veld-ArtHierie.

       Werd in het vorengaande de militaire zijde van het garnizoen naar voren gebracht, wij mogen niet nalaten het ook uit een ander oogpunt te beschouwen.
Wij denken daarbij in de eerste plaats aan de meer persoonlijke belangen van de te Breda in garnizoen zijnde militairen. Breda was één der eerste garnizoenen waar de woningnood was opgeheven; de bibliotheken der Kon. Militaire Academie en der korpsen bieden goede gelegenheid tot studie; de verscheidenheid der wapens deed in den loop der jaren tal van tactische studieclubs en clubjes onder de officieren ontstaan, terwijl de ontwikkelingscursussen der onderofficiers vereenigingen het hunne bjjdroegen voor de vermeerdering der kennis van hun leden.
       De schermsport wordt warm gediend. In de eerste plaats geven de afdeelingen van de Koninklijke Officiers- en Onder-officiers schermbonden goede gelegenheid tot oefening.
Daarnaast mogen de kleine korpsvereenigingen en de Bredasche Schermbond niet vergeten worden.
Een gelukkige omstandigheid is daarbij, dat door de grootte van het garnizoen en vooral door de aanwezigheid van de K. M. A., over meerdere goede scherminstructeurs wordt beschikt.
       Ook de paardensport mag niet vergeten worden.

Militair Hospitaal aan de Cingelstraat.

De Bredasche Vereeniging tot beoefening van het terreinrijden, oorspronkelijk een geheel militaire vereeniging, later ook burgerleden tellende, bevordert haar ontwikkeling, zoowel door eenvoudige wandelritten, als door terreinritten, wedstrijden over hindernissen en ralley's.
       Tenslotte draagt de Onderofficiers-schietvereeniging nog het hare bij tot sportbeoefening.
Prettig om op te wijzen is de goede verstandhouding tusschen het garnizoenen de burgerlijke bevolking.
De oude militaire geschieden is der stad (het kasteel der Heeren van Breda, het Spanjaardsgat, het Turfschip wie kent ze niet?)en de groote belangen der burgerij dragen daartoe wellicht het hunne bij.
De feesten ter gelegenheid van 't 100-jarigbestaan der K. M. A. en ter gelegenheid van het l2 1/2-jarig ambtsjubileum van den tegenwoordigen burgemeester der gemeente Breda, hebben er de laatste jaren volop van getuigd.
Ook vereenigingen als "Jacob van Lennep", eertijds vooral een vereeniging van Officieren, thans in hoofdzaak burgers uit de z.g. betere kringen onder haar leden tellende,en K.I.O.D., eertijds uitsluitend onderofficieren omvattend, doch thans ook vele burgerleden tellende, getuigen er van.
       Vergeten wij ten slotte niet de militaire tehuizen, die het hunne bijdragen om den minderen, vooral den dienstplichtigen militair, buiten de diensturen nuttig bezig te houden en te verpoozen.









SPORT IN EN OM BREDA

door J. VAN DER MARCK

Sportredacteur van het "Dagblad van Noordbrabant


       ln Breda worden alle takken van sport beoefend.
       Maar niet alleen dat.
       Die beoefening geschiedt inderdaad op een zóódanige wijze, dat in grootere centra meermalen een voorbeeld wordt genomen aan hetgeen Breda op sportgebied presteert.
En daarbij hebben wij niet uitsluitend het oog op de resultaten van die sportbeoefening, die immers slechts van secundair belang zijn, maar wel op de wijze waarop deze sport wordt beoefend.
       Immers, 't is van slechts ondergeschikt belang of een sportvereeniging talrijke kampioenschappen weet te behalen, of op een speciaal gebied de "primus inter paris" mag worden genoemd.
       Hoofdzaak is, dat de sportbeoefening op een zóódanige wijze geschiedt, dat daardoor het belang van het menschdom wordt gediend.
       Kampioenschappen toch, zijn meermalen het resultaat van excessen op sportgebied, die niet, of slechts in zeer geringe mate, het algemeen welzijn ten goede komen.

Het Sportpark en Wielerbaan Ginneken”. Op den voorgrond het prachtige hockey-wedstrijdterrein. Geheel links nog gedeeltelijk zichtbaar liggen de moderne tennisbanen met het paviljoen, waarin kleedgelegenheid voor dames en heeren, douches, restaurant, enz.; daarachter het oefen-hockey-terrein. Geheel rechts van deze foto hierop niet zichtbaar ligt het korfbalveld en geheel op den achtergrond de groote wielerbaan met tribunes, kleedlokalen enz.

       Men meene nu niet, dat Breda geen kampioenen telt......
Inderdaad, ook kampioenschappen op sportgebied zijn in Breda niet vreemd, doch — het is ons een genoegen dit te kunnen constateeren, — deze kampioenschappen zijn bij de Bredasche sportvereenigingen slechts gevolg en geen doel...en zoo behoort het ook.
       Breda heeft prachtige sportterreinen...... althans in dien zin, dat Bredasche sportvereenigingen of particulieren in het bezit zijn van deze werkelijk moderne sportvelden, doch deze liggen niet binnen het grondgebied van Breda, 't Zijn de aan Breda grenzende gemeenten, op wier grondgebied de voornaamste Bredasche Sportterreinen gelegen zijn.
       Een onvermijdelijk verschijnsel in een zich sterk uitbreidende stad als Breda, omgrensd en samengegroeid met kleinere gemeenten, alwaar feitelijk uitsluitend gelegenheid is, om flinke sportterreinen een behoorlijke outillage te verschaffen!......
       Een practisch bezwaar levert dit echter niet op, wijl deze sportterreinen alle toch zóódanig gelegen zijn, dat zij gemakkelijk vanuit de stad zelf te bereiken zijn, behalve...... dat de opbrengst der vermakelijkheidsbelastingen, niet door Breda, doch door de omliggende gemeenten worden getoucheerd......
       Intusschen is de toestand toch zóó, dat drie van de vier groote sportterreinen buiten Breda zijn te vinden, doch ook weer zóó, dat deze omstandigheid toch geen ernstig bezwaar voor de Bredasche sportbeoefenaars behoeft op te leveren.



HET SPORTPARK.

       Op de eerste plaats noemen we het groote sportpark, gelegen in de gemeente Ginneken, en in eigendom toebehoorende aan en geëxploiteerd wordende door een Bredaschen sportvriend, die — zonder bedoeling van winstbejag — daardoor slechts de sport in het algemeen wenscht te dienen.

Het N.A.C. Stadion, bevattende het groote wedstrijdterrein, verschillende oefenvelden, tribunes, enz. Geheel in den linkerhoek der foto bespeurt men nog het gezellige clublokaal

       Men vindt in dit sportpark allereerst een prachtig geoutilleerde wielerbaan, waarop in de zomermaanden de allerbeste renners van de geheele wereld den strijd met elkander komen uitvechten en welke wedstrijden telkens door duizenden uit geheel Brabant en België worden bezocht.
       Verder vindt men er een vijftal tennisbanen, van de allernieuwste en meest moderne constructie, waar talrijke clubs en particulieren gedurende de zomermaanden dag in dag uit zich op prettige wijze in dit mooie spel kunnen oefenen.
       Voor de wintermaanden vindt men in deze prachtige inrichting eenige zeer goede korfbal- en hockeyvelden, die door verschillende vereenigingen uit Breda worden benut, tot het spelen van hun competitie- of vriendschappelijke wedstrijden.
       Inderdaad is deze inrichting een unicum in de provincie en verder zóódanig ingericht, dat zij kan wedijveren met vele sportterreinen in de groote steden.
       Men vindt er verder keurig ingerichte kleedlokalen met douches en alle comfort, welke den sportbeoefenaar slechts dienstig kan zijn.
De mooie aanleg van het sportpark, temidden van de prachtige bosschen van Ginneken, maken deze inrichting tot een juweeltje.



N.A.C.-STADION.

       In de gemeente Princenhage is gelegen het z.g. N.A.C.-Stadion. het officiëele speelterrein der Bredasche Voetbalvereeniging N.A.C.. een vereeniging behoorende tot de allerbeste voetbalclubs uit den lande, welke reeds meermalen het kampioenschap der Zuidelijke eerste klasse wist te veroverenen zelfs éénmaal kans zag om den hoogsten eeretitel van Kampioen van Nederland machtig te worden.
Dat deze vereeniging nog steeds in groei en bloei toeneemt, bewijst wel het feit, dat zij momenteel met niet minder dan zeven elftallen aan de diverse competities van den Kon. Nederl.Voetbalbond en van den Brabantschen Voetbalbond deelneemt.
       Het terrein zelf, bevat op de eerste plaats een prachtig speel- en wedstrijdterrein, van internationale afmetingen, op deskundige wijze aangelegd en daardoor voldoende aan de hoogst te stellen eischen.
       Verder vindt men in dit stadion eenige oefenterreinen, welke tevens als wedstrijdterreinen voor de lagere elftallen kunnen worden gebezigd, benevens een terrein voor het z.g.tennis-voetbal, dat bij training uitstekende diensten kan bewijzen.
       Een ruime overdekte tribune, benevens een groot aantal zit- en staanplaatsen, zijn rondom het groote speelveld aangelegd, terwijl een gezelllig clubhuis van zeer ruime afmetingen.
geheel modern is ingericht met radio, telefoon, leestafels enz. Rijwiel- en autostallingen vervolmaken de verdere outillage van dit prachtige sportpark.



HET GOLFTERREIN.

       Een derde sportterrein vindt men onder de gemeente Oosterhout. n.l. de terreinen van de Bredasche Golfclub "Toxandria aan den Molengrachtschen zijweg.
       Ook dit sportterrein kan wedijveren met de allerbesten uit den lande en is geheel onder zeer deskundige leiding met groote financiëele offers tot stand gekomen.

Het Golfterrein Toxandria met paviljoen.

       De prachtige natuur daar ter plaatse is oorzaak, dat het verblijf op de terreinen van de Bredasche Golfclub niet alleen uit een sportief oogpunt, maar ook uit het oogpunt van den natuurliefhebber, een groot genot is.
       Een luxueus ingericht clubhuis, voorzien van alle moderne comfort, treft men op deze terreinen aan, waardoor een geheel is tot stand gekomen, dat kan voldoen aan de eischen van den meest eischenden golfbeoefenaar.
       De banen zijn prachtig in orde. Een terras geeft een mooi uitzicht, terwijl een flink gebouw is ingericht als kleedkamers voor heeren en dames.
Een autopark met overdekte garage, ziehier de schitterende wijze van inrichting.
De belangstelling voor de golfsport neemt steeds toe.
       De burgemeester van Breda, Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck, is voorzitter der club.
       Het ledental der Golfclub is zeer talrijk, zoodat men steeds — zelfs bij minder gunstige weersomstandigheden —beoefenaars van dezen zoo mooien tak van sport aantreft.



HET ZWEMBAD.

       Het vierde groote sportterrein, dat Breda telt, is inderdaad op Bredaasch grondgebied gelegen.
Wij bedoelen hiermede de uitstekend ingerichte zwemkom "Boeimeer", een prachtige openluchtinrichting, waarvan in de zomermaanden door duizenden Bredanaars een druk gebruik wordt gemaakt.
       Deze inrichting heeft een diep en een ondiep gedeelte en wordt geregeld van versch welwater voorzien.
Dit water —dat geregeld door de betrokken autoriteiten wordt onderzocht — is geheel vrij van alle schadelijke bestanddeelen en daarom een voortreffelijk zwemwater.
       Het zwembad heeft eene oppervlakte van pl.m. 14000 M.2 waarvan 3000 M.2 als zwemwater gebezigd wordt.
De inrichting bevat 52 gesloten kleedkamers en biedt gelegenheid voor 300 zwemmers om zich aan te kleeden of te ontkleeden.
       Een afzonderlijk gedeelte van het zwemwater wordt gebruikt voor kostelooze zwemgelegenheid, waartoe dit gedeelte door de gemeente Breda is gehuurd, doch door den eigenaar, den heer van den Brink, wordt geëxploiteerd.
       In den winter, als het inderdaad vriest, is de badinrichting in een prachtige ijsbaan herschapen, waartoe de geheele oppervlakte kan gebezigd worden.

De zweminrichting „Boeimeer”, een inrichting, die aan zeer hooge eischen voldoet en prachtig zwemwater heeft. Men ziet hier een gedeelte van het diepe en ondiepe bassin en op den achtergrond de kleedlokalen en het restaurant.

       Toch ontbrak te Breda een gelegenheid om ook buiten het zomerseizoen naar hartelust te kunnen zwemmen.
Breda was n.l. geen overdekte zwemgelegenheid rijk en dat gemis werd door de vele zwemliefhebbers, die Breda telt, ter dege gevoeld.
Dit bleek overduidelijk toen in den loop van den zomer 1931 te Breda een commissie werd gevormd, welke — met steun van de N.V. Sportfondsenbad te Amsterdam — aan het werk toog om ook hier ter stede een overdekte zweminrichting te doen verrijzen.
Binnen eenige maanden was het noodzakelijke aantal "Spaarders" bijeen, zoodat thans de werkzaamheden voor een overdekte zwemgelegenheid in vollen gang zijn, waardoor de waarschijnlijkheid zeer groot is.
dat nog in den loop van het jaar 1932 ook te Breda een keurig ingerichte overdekte zwemgelegenheid zal bestaan, geheel naar de laatste eischen des tijds ingericht.
       Ook de hippische sport telt in Breda talrijke beoefenaars.
Jaarlijks worden groote hippische feesten gegeven door de Bredasche Concours Hippique- en Harddraverij-vereeniging,welke talrijke bezoekers trekken en waaraan de allerbeste paarden en ruiters uit ons land, zoowel burgers als militairen,deelnemen.
De Groote Prjjs: "Om den Beker van Breda" is de inzet voor het belangrijkste springconcours, dat jaarlijksin Nederland wordt gegeven.
       In vroeger jaren werden meermalen harddraverijen en rennen gehouden, doch deze zijn thans zeer zeldzaam.



ANDERE SPORTCLUBS.

       Behalve de genoemde sportinstellingen vindt men in Breda talrijke voetbalclubs, die ofwel in de lagere afdeelingen vanden Kon. Nederlandschen Voetbalbond, ofwel in den R.K.Voetbalbond ofwel in den Brabantschen Voetbalbond zijnondergebracht, en daarin meest allen een uitstekende plaatsweten in te nemen. Het spreekt vanzelf, dat al deze clubsover speelterreinen beschikken, die links en rechts over Bredaverspreid liggen, terwjjl ook enkele clubs genoodzaakt zijnhun terreinen te zoeken op het grondgebied van aan Bredagrenzende gemeenten.

De zweminrichting „Boeimeer” in den winter. Zij biedt dan een zeer goede gelegenheid om de gezonde sport van het schaatsenrijden te beoefenen.

       De Athletiek en Gymnastiek vindt ook te Breda zeer vele beoefenaars. De meeste van deze clubs tellen uitstekendekrachten, die op wedstrijden veelal de beste prijzen wetente behalen. De R. K. Athletiek- en Gymnastiekbond St.Joseph, is te Breda gevestigd, terwijl ook eenige zeer sterkeclubs in den Zeeuwsch-Brabantschen Athletiekbond zijn georganiseerd. In het Sportpark Ginneken worden jaarlijksgroote Athletiekwedstrijden gegeven, waaraan telkens deallerbeste athleten uit geheel Europa deelnemen en daardoordan ook een groote vermaardheid hebben verkregen.
       Verder vindt men te Breda een groot aantal beoefenaars der Korfbal- en Hockeysport, welke takken van sport vooralde laatste jaren in deze stad een groote vlucht hebben genomen. Afzonderlijke dames-hockeyclubs zijn eveneens opgericht en spelen des winters geregeld in de landelijkehockey-competities, evenals de gemengde Hockey- en Korfbalclubs.
       Ten slotte moeten wij nog vermelden, dat te Breda ook de Tennissport een groot aantal beoefenaars en beoefenaar' sters telt, die op verschillende prachtige tennisterreinen in de zomermaanden geregeld oefenen en hun competitiewedstrijden spelen. Behalve de terreinen van het Sportpark Ginneken. bestaan uitstekend geoutilleerde tennisterreinen van deH. K. I. en van de Bredasche Lawn-Tennisclub.
       Sedert eenige jaren worden te Breda gespeeld de inter-landen-wedstrijden Nederland—België, zoowel voor dames als heeren.



.......



DE BREDASCHE WINKELSTAND

door D. J. LANTAIN

Voorzitter van de afd. Breda van de R.K. Middenstandsvereeniging "De Hanze en Voorzitter van de R.K. Winkeliersvereeniging.

       Reeds aanstonds bij het binnen reden van onze stad Breda krijgt men een aangenamen indruk, als men het prachtige Valkenberg doorwandelt.
       De Catharinastraat, met haar mooie, oude gebouwen, waarvan er verschillende zijn, met inderdaad historische beteekenis, verhoogt dien goeden indruk nog en ook de Groote Markt, welke geheel beheerscht wordt door de heerlijke Groote Kerk en haar prachtigen toren, verstevigt nog den indruk, dat men 'n mooie stad, met veel bezienswaardigheden is binnengekomen.

De Boschstraat, een der oudste straten van Breda, waar de talrijke oude patriciërswoningen er nog op wijzen, dat deze straat eertijds een der voornaamste straten van Breda was.

De Groote Markt vormt het centrum van Breda's stadsleven. Vele gezellige restaurants, café's, groote zaken enz. geven aan de Markt een levendig aanzien en vormen het middelpunt van het vreemdelingenverkeer.
       Onmiddellijk nabij de Groote Markt vindt men de groote winkelstraten, waar talrijke magazijnen en winkels van de grootste firma's zijn gevestigd en die een keur van allerlei artikelen, in uitstekend gesorteerde collecties geregeld in voorraad houden.

De Lange Brugstraat, een der voornaamste winkelstraten der stad. Tevens een zeer drukke verkeersweg.

       De plaatselijke middenstands- en winkeliersverenigingen laten geen gelegenheid voorbijgaan om mede te werken aan den bloei en welvaart van Breda, waarvan de talrijke winkelweken en verlichtingsweken, welke in den loop der laatste jaren gehouden zijn, getuigen.




De Ginnekenstraat, waar eveneens talrijke belangrijke winkelmagazijnen zijn gevestigd.

       Breda is het centrum v. West-Brabant en juist daarom heeft er zich een kern van uitstekende vaklieden gevestigd, die hun artikelen tot ver buiten Breda leveren.
Wij noemen slechts de meubelmakerijen en kleermakerijen, die tot ver in het land zich een uitstekenden naam hebben verworven.
       Ook hebben zich te Breda een groot aantal engros-zaken. welke de geheele omgeving van artikelen voorzien, tot eengroote hoogte ontwikkeld.
       Het verkeer is, in verhouding tot de grootte der stad, zeer druk en geeft daaraan een aangenaam en opgewekt aanzien.
       De groote winkelstraten geven vooral bij avond, door haar groot aantal prachtig en modern verlichte étalages, voor het wandelende publiek iets gezelligs, waartoe de aanwezigheid van vele militairen niet weinig bijdraagt.
       Breda heeft zich gevormd tot een zgn. koopcentrum, zoodat de meeste groote firma's uit het land te Breda hun filialen hebben gevestigd.

De Veemarktstraat.

       Het gevolg van een en ander is, dat door de groote concurrentie, welke door de aanwezigheid van talrijke winkelzaken is ontstaan, de prijzen over het algemeen zeer laag zijn, zoodat het levenspeil, minstens genomen, niet hooger staat dan dat van andere steden van ons land.
       Breda biedt dan ook, vooral door de aanwezigheid van talrijke en uitstekend geoutilleerde hotels, voor den vreemdeling een groote aantrekkelijkheid, wat het druk vreemdelingenbezoek, speciaal in de vacantiemaanden, verklaart.



HET ONDERWIJS TE BREDA

door P. A. DE GROOT

       Breda heeft op 't gebied van onderwijs steeds een goeden naam gehad.
       De aanwezigheid der Koninklijke Militaire Academie was oorzaak, dat al vroeg verschillende opleidingsinstituten werden opgericht, die langen tijd een reputatie in den lande hadden.
De gewijzigde eischen voor toelating tot de K. M. A. deden deze inrichtingen voor en na verdwijnen.

Het R.K. Lyceum en Gymnasium aan het Wilhelminapark.

       Naast de Latijnsche school, later vervangen door het Stedelijk Gymnasium, verrees kort na de aanneming der Wet op het Middelbaar Onderwijs, een gemeentelijke Hoogere Burgerschool, waarvoor de stad zich gedurende meer dan vijftig jaren belangrijke finantiëele offers heeft getroost, tot het Rijk de school overnam.
       Sinds een achttal jaren bestaat naast beide bovengenoemde scholen een bloeiend R. K. Lyceum, het O. L. Vrouwe-Lyceum, dat — evenals beide eerstgenoemde — zijn leerlingen krijgt uit wijden omtrek.
       Voor hen, voor wie de drie genoemde onderwijs-instituten om de een of andere reden niet wenschelijk zijn, is er gelegenheid te over om op de zoogenaamde M.U.L.O.-scholen een opleiding te krijgen, passend aan de vermogens der leerlingen of strookend met de inzichten der ouders.
Een gemeentelijke M.U.L.O.-school (gemengde bevolking), enkele Protestantsche "gemengde M.U.L.O.-scholen, verschillende R.K. M.U.L.O.-inrichtingen, evenals de Nuts-scholen voor jongens en meisjes afzonderlijk, bieden ruimte naar keuze.

De Rijks Hoogere Burgerschool aan de Nassaustraat.

       Behalve de Rijkskweekschool voor Onderwijzers (en Onderwijzeressen) is er — aan het Dr. Jan IngenHouszplein — een R. K. Kweekschool St. Franciscus voor Onderwijzers,terwijl door de Eerw. Zusters in de Nieuwstraat een dergelijke inrichting voor onderwijzeressen geëxploiteerd wordt.
       Het Lager Onderwijs is wel zóó gedifferentieerd, als maar eenigszins mogelijk is: ongeveer elke R. K. Parochie heeft haar parochiale school.
Verschillende Protestantsche scholen, naast de Lagere School van "Het Nut" en de Openbarescholen, stellen de ouders in staat voor hun kinderen die school te kiezen, welke overeenstemt met de inzichten, die zij op 't stuk van onderwjjs hebben.

De Huishoudschool en Nutschool aan de Catharinastraat

       Voor die kinderen, voor wie — door afwijking in de geestelijke vermogens — het volgen van het gewone lager onderwijs bezwaren oplevert, zijn een tweetal R. K. Scholen opgericht (ook toegankelijk voor anders denkenden), waar— met heel veel overleg en nog meer geduld en liefde —getracht wordt, datgene bij te brengen, wat voor die minderbegaafden op de gewone school niet te bereiken zou rijn.

De Ambachtsschool aan het van Coothplein.

       Onder de onderwijs-inrichtingen, die voor opleiding zorgen na den leerplichtigen leeftijd, dient allereerst vermeld, de zeer bloeiende Gemeentelijke Ambachtsschool met de daaraan verbonden avondcursussen, ook voor volwassenen.
Op bescheiden voet begonnen, daartoe in staat gesteld door een legaat van Dr. van Cooth, is de oorspronkelijke kleine school uitgedijd tot een met pl.m. 400 leerlingen.

De R.K. Kweekschool voor onderwijzers aan den Haagdijk.

       Handelsonderwijs wordt gegeven aan de Gemeentelijke Middelbare Handelsavondschool met vijfjarigen cursus, eveneens bloeiend door druk bezoek.
De school verleent een z.g. Driejarig diploma en ook een vijfjarig, dit laatste voor speciale vakken.
De leerstof is zóó gekozen, dat de leerling na twee jaren specialisatie zich met groote kans van slagen kan onderwerpen aan de practijk-examens van Mercurius. de vereeniging van Leeraren, enz.
       Nijverheidsscholen (koken, huishouden, naaien, behandeling van wasch, enz.)worden gehouden, een bij de Eerw.Zusters in de Nieuwstraat, en een door de afdeling Breda van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen in de Catharinastraat.
Beide inrichtingen verheugen zich in een druk bezoek van leerlingen uit alle standen.

De R.K. Huishoudschool en Meisjesschool voor M.U.L.O. aan de Nieuwstraat.

       Een R. K. Land en Tuinbouwschool, waar gedurende de wintermaanden hoofdzakelijk de theoretische kennis bijgebracht wordt, die in den zomer aan de practijk getoetst wordt, geeft gelegenheid voor opleiding in die richting.
       Mocht de vreemdeling, die zich te Breda komt vestigen, moeilijkheden ondervinden bij de keuze van een school, dan zal die moeilijkheid eerder te wijten zijn aan de veelheid, dan wel aan het tekort van inrichtingen, wat ten overvloede moge blijken uit onderstaanden staat van Bredasche onderwijsinrichtingen, welke ons zeer welwillend werd verschaft door de afdeeling Onderwijs van de Gemeente-Secretarie te Breda:



De Openbare Lagere School voor M.U.L.O. aan de Oude Vest.









Hooger Onderwijs.

Openbaar:
Gemeentelijk Gymnasium, Nassausingel (j. en m.)

Bijzonder:
O. L. Vrouwe Lyceum, Wilhelminapark (j.)

Middelbaar Onderwijs.

Openbaar: Rijks Hoogere Burgerschool, Nassaustraat (j. en m.)
Gemeentelijke Middelbare Handelsavondschool, Boschstraat, (j. en m.)

De Bijzondere Lagere School St. Joseph.

Nijverheidsonderwijs.

Openbaar:

Gemeentelijke Ambachtsschool, Van Coothplein (j.)

Gemeentelijke Avondschool voor Ambachtslieden. Van Coothplein (j.)
Bijzonder:
R. K. Huishoud- en Industrieschool, Nieuwstraat 22 (m.)
Bredasche Kook-, Huishoud- en Industrieschool, Catharinastraat (m.)

Kweekscholen.

Openbaar: Rijks-Kweekschool. Kloosterlaan (j. en m.) Bijzonder: St. Franciscus-Kweekschool, Dr. Jan Ingenhouszplein I (j.) R. K. Kweekschool, Nieuwstraat 27 (m.)

Landbouwonderwijs.

Bijzonder: R. K. Land- en Tuinbouwschool, Teteringsche Dijk (j.)

Uitgebreid Lager Onderwijs.

Openbaar:
Gemeentelijke U.L.O. School, Ginnekenstraat (j. en m.)
Bijzonder:
R.K. U.L.O. School, Baronielaan 20 (m.)
Nuts-U.L.O. School, Bouwerijstraat 27 (j.)
Nuts-U.L.O. School, Bouwerijstraat 27 (m.)
Chr. U.L.O. School, Van Coothplein 56 (j. en m.)
R.K. U.L.O. School, St. Janstraat 10 (j.)
R.K. U.L.O. School, Karrestraat 16 (j.)
R.K. U.L.O. School, Nieuwstraat 27 (m.)
Chr. U.L.O. School, Nieuwstraat 31 (j. en m.)
R.K. U.L.O. School, Oranjesingel 3 (m.)


Gewoon Lager Onderwijs.

Openbaar: Gemeentelijke Lagere School, Boschstraat (j. en m.) Gemeentelijke Lagere School, Keizerstraat (j. en m.)Gemeentelijke Lagere School, Middellaan (j. en m.)

Bijzonder: R.K. School, Baronielaan 20 (m.)
R.K. School, Etnastraat 14 (m.)
R.K. School, Havermanstraat 2 (j.)
R.K. School, Havermanstraat 4 (m.)
R.K. School, St. Janstraat 10 (j.)
R.K. School, St. Josephstraat 7 (j.)
R.K. School, Karrestraat 16 (j.)
R.K. School, Kerkstraat 2 (j.)
R.K. School, Leuvenaarsstraat 28 (j.)
R.K. School, Leuvenaarsstraat 178 (m.)
R.K. School, Minister Nelissenstraat 3 (j.)
R.K. School, Lunetstraat (j.) tijdelijk gevestigd Middellaan.
R.K. School, Nieuwe Huizen 85 (j.)
R.K. School, Nieuwstraat 27 A. (m.)
R.K. School, Nieuwstraat 27 B. (m.)
R.K. School, Oranjesingel 2 (m.)
R.K. School, Zandberglaan 54 (j.)
R.K. School, Zandberglaan 62 (m.)
R.K. School, Oranjeboomstraat 1 (m.)
Chr. School, van Coothplein 56 (j. en m.) Chr. School, Nieuwstraat 31 (j. en m.)
Chr. School, Oude Vest 3 (j. en m.) Nutsschool, Catharinastraat 26 (j. en m.)


Buitengewoon Lager Onderwijs.

Bijzonder:
St. Rosaschool, Leuvenaarsstraat 178 (m.)
St. Janschool, Weerijssingel (j.)


Bewaarschoolonderwijs.

R.K. Bewaarschool, Haagweg (j. en m.)
R.K. Bewaarschool, St. Josephstraat (j. en m.)
R.K. Bewaarschool, Leuvenaarsstraat 178 (j. en m.)
R.K. Bewaarschool, Nieuvvstraat 27 (j. en m.)
R.K. Bewaarschool, Zandberglaan 60 (j. en m.)
Chr. Bewaarschool. Oude Vest 3 (j. en m.)
Nutsbewaarschool, Kasteelplein (j. en m.)


Montessori-Onderwijs.

R.K. Montessori-school, St. Josephstraat (j. en m.)

j. — jongens; m. = meisjes.

EEN WANDELING DOOR
DE BREDASCHE PARKEN

BREDA ALS TUINSTAD

door M. C. VAN KOOL WIJK, directeur der beplantingen.

       Breda, het Haagje van het Zuiden......
Zoo hoort men dikwijls Breda betitelen en niet ten onrechte!
       Breda als stad — vooral als tuinstad — met haar mooie parken en plantsoenen, haar vlotte bevolking met opgewekten vrooljjk karakter, is werkelijk een stad die er zijn mag,een stad waar men met genoegen vprblijf houdt, waar men zich gelukkig mag rekenen onder de inwoners te behooren.
       De entree is direct al zoo aardig.
       Deze leidt door het mooie Valkenberg. Vroeger was dit park de tuin van het kasteel, dat in 1536 door Graaf Hendrik van Nassau werd gesticht en in 1696 door Willem III is voltooid.
In I828 werd er de Koninklijke Militaire Academie gevestigd, welke er dus ruim 100 jaar onze beroeps-officieren opleidde.
De feesten, gehouden bij dat 100-jarigbestaan, liggen ons nog versch in het geheugen.

Het Valkenberg. Zelfs in den felsten zonneschijn biedt dit heerlijke park nog talrijke koele en lommerrijke plekjes, zoadat jong en oud daarvan profiteert om midden in de stad nog „buiten” te zijn.

       Hier vindt men een van die zeldzame gevallen, dat een park de eigenlijke toegang der stad is.
       De aandachtige beschouwer zal in dezen lusthof veel moois en veel interessants vinden.
       Bij den ingang aan de Willemsbrug (welke thans op het punt staat om te worden vernieuwd) staat het monument der Nassau's, opgericht ter herdenking aan het 100-jarigbestaan van het Doorluchtig Vorstenhuis van Oranje-Nassau, als Heeren en Baronnen van Breda.
H. M. de Koningin onthulde het in 1905.
De ontwerper van dit monument is Dr.E. Kuypers.
       Nauwelijks dit monument gepasseerd zijnde, valt ons oog op een beeld aan den vijverrand, voorstellende "Hercules." Dit is één der I7 beelden, welke in oude tijden voorkwamen in den tuin behoorende bij het voornoemde kasteel.
       Deze tuin was verdeel h5 text-startd in 17 regelmatige vierkante bloembedden door gazon omgeven en afgezet met randpalm; hierop stonden de beelden.

De mooie vijver in het Valkenberg. Gedeeltelijk overschaduwd door zeldzame boomen en plantengroepen.

       Al dat moois is verdwenen; alleen rest nog deze Hercules, die tot voor enkele jaren in het groen verscholen, daar stond, maar nu is vrijgemaakt en niet meer aan het oog is onttrokken.
       Hoewel van geen hooge kunstwaarde, is het toch een zeer goed beeldhouwwerk van omstreeks 1600.
       Behalve deze Hercules waren er nog vier beelden overgebleven.
Enkele ledematen ontbraken hieraan en daarom werden deze beelden stuk geslagen en in den grond gestopt.
       Hier staan wij voor een daad van vandalisme, gepleegd door menschen die geen kunstgevoel bezaten en voor het schoone geen oog hadden.

Het Valkenberg in den Winter. Ook des winters biedt het Valkenberg soms prachtige natuurtafereeltjes, zooals op deze foto duidelijk te zien is.

Tot nu toe is het niet mogen gelukken de plaats te vinden, waar deze beelden begraven zijn.
Mochten ze echter ooit worden gevonden, dan zullen ze zeker in eere worden hersteld......
       De naam Valkenberg is ontleend aan de Valkenhuizen, die er in oude tijden stonden, met een gelegenheid tot het africhten der valken voor de jacht.
       Bij Keizerlijk decreet van 22 Mei 1812 heeft het Zijne Majesteit behaagd, den vrijen, volkomen eigendom van het Valkenberg af te staan aan de stad Breda, onder voorwaarde, dat dit park moet worden onderhouden in een goeden staat en blijven dienen tot een openbare wandelplaats.
De mooie vijver in het Valkenberg. Gedeeltelijk overschaduwd door zeldzame boomen en plantengroepen.
       Ruim 40 jaren geleden voteerde het Gemeentebestuur de geldmiddelen om het Valkenberg opnieuw aan te leggen en werden plannen gemaakt en uitgevoerd door den Belgischen tuinarchitect L. Rosseels uit Leuven.
       Henri 't Sas, geboren Bredanaar, schrijft zoo heerlijk over dit Park:

Het Valkenberg, in den volksmond Het Valken genoemd, is de trots en vreugde der echte Bredanaars, de speelplaats der kleinen, de wandelplaats der herstellenden, de rustplek der oudjes en zwakken, het geliefkoosd oord voor rijken en armen, ouden en jongen, van allen, die gevoel hebben voor het schooneder natuur, oog voor zomerweelde en zomerpracht, voor herfsttinten en winterbedden.
Het Valkenberg, waar in vervlogen tijden de adelijke Jonkvrouw zich verlustigde in den wreeden strijd tusschen den roofvogel en zijn prooi, vermeit zich thans het kind van den arme, in 't zoet gekweel van vogels, in 't geschater der eendjes, in 't kletterend neervallen der diamanten droppels der fontein. Waar nauwelijks eenige tientallen jaren geleden slechts een enkele bevoorrechte den voet mocht zetten, genieten dag aan dag thans honderden; de werkman in zijn schaftuur, zoowel als de rentenier op zijn dagelijksch wandeltochtje. Voor allen is hier plaats, voor allen ruimte genoeg.
Aan verrukkelijke plekjes geen gebrek in dit uitgestrekte park, dat voor den natuurliefhebber elken dag zich tooit in een nieuw gewaad en telkens en telkens weer tot hem spreekt van de majesteit der schepping.
Het ligt als het ware midden in de stad en voert aan deze een breede kolom zuivere lucht toe, draagt bij tot den gunstigen toestand der volksgezondheid.
Het is de tuin van Breda, de collectieve bezitting van ons allen, het voorwerp onzer liefde, onze trots en vreugde.


       Wat is heerlijker dan een mooie, vroege zomermorgen in 't Valkenberg?
       Ziet hoe de zon speelt door het loover der trotsche boomen; hoe zij even tipt aan de dauwdroppels op de bloemen; hoe zij den nevel wegvaagt van den vijver en dartel speelt met de rimpels op het water.
       Een beeld van rust, van genieten in Gods vrije natuur!
       Hoe jammer, dat zoo weinigen dit beeld gadeslaan!
Dit alles is er...... als de meesten nog in diepe rust zijn gedompeld en slechts enkele bevoorrechten genieten er van.

• • •


De prachtig aangelegde Parkstraat, leidende naar het Wilhelminapark.

       Het Valkenberg biedt aan den niet oppervlakkigen toeschouwer veel interessants op het gebied van mooie en zeldzame boomen.
       Het park over de Willemsbrug binnengegaan zijn de, treffen we aan de linkerhand bij het monument een groep zeer mooie tulpenboomen (Lino dendron tulipifera).
Deze boom moet men niet verwarren met den beverboom (Magnolia) die dikwijls tulpenboom wordt genoemd.
Hoewel de bloem van den tulpenboom op zich zelf zeer mooi is en doet denken aan die eener tulp, spreekt de kleur niet sterk genoeg tegen het groen van het blad en komt daardoor niet voldoende uit.
In herfsttooi is de tulpenboom bijzonder mooi.
       Vóór ons over het groote gazon staan machtige wilde kastanjeboomen (Awasculus Hippocastanum), die in het voorjaar met bloemen overdekt zijn.
       Volgen wij het fietspad, dan zien wij aan onze rechterhand een pracht exemplaar eschdoorn (Acer saccharinum-dasycarpum).
Verderop passeeren wij enkele Juglans nigra en daar tegenover een pracht iep.
Hoewel deze boom niet geheel vrij is van iepenziekte, valt er toch beterschap te bespeuren.
Het zou erg jammer zijn daar zoon mooi exemplaar te moeten verliezen.
       Op eenigen afstand van dezen reus staat een zeldzaam voorkomende Doodsbeenderenboom (Gymnocladus dioica), welke stamt uit midden- en Oostelijk gelegen staten van Noord-Amerika.
       Een prachtige groep beuken aan den vijver maakt hier een bijzonder mooi effect.
       Bij de woning van den directeur staat een Ginkgo biloba, ook wel genoemd Salisburia adiantifolia.
In den Hortus te Leiden bevindt zich een Ginkgo, die op ongeveer honderd jaren wordt geschat.
Het Leidsche exemplaar geldt voor het oudste in Europa en werd in 1730 ingevoerd.
De Ginkgois een der merkwaardigste boomen die wij bezitten.
Hij vertegenwoordigt een eigen groep in het plantenrijk, behoort eigenlijk niet tot de coniferen, zooals men voorheen gewoonlijk aannam.

Een kijkje in het schitterend aangelegde Wilhelminapark.

Zijne adiantumvormige bladen vallen af, nadat zij zich wondervol geel hebben gekleurd. De vruchten, die aan de vrouwelijke boomen verschijnen, lijken gouden appelen, welke men ook wel Hesperidenappelen noemt.
       Gaan wij van de Ginkgo over het smalle voetpaadje voorbij de groep reuzen levensboomen (Thuja gigantea), dan komen wij aan een eveneens zeer zeldzamen boom, de Vir-gilia (cladastis lutea) het geelhout.
       Hij bloeit in Juni met witte bloemen aan hangende trossen, welke een heerlijken geur verspreiden. De laatste drie jaren heeft de Virgilia in het Valkenberg echter niet gebloeid.
       Van het Monument loopt het hoofdpad over de vjjverbrug naar de stad.
Is men deze brug gepasseerd, dan rijst de toren van de Groote Kerk voor onze oogen op.
Hier is tusschende boomen een doorkijk gelaten, om den bezoeker ditschitterende bouwwerk reeds van verre te laten aanschouwen.


• • •


       Na bezichtiging van het Valkenberg, richten wij onze schreden door de stad naar het Wilhelminapark.
       Komende aan de Baronielaan, dan zien wij voor ons de rustig beplante Parkstraat.
Deze straat werd in I928 geheel veranderd en verbeterd en geeft nu vanaf de Baronielaan een doorkijk op het Wilhelminapark.
dat voor ruim 35 jaren werd aangelegd door den bekenden landschapsarchitect Leonard Springer te Haarlem.
       De grond, waarop dit park destijds werd aangelegd, had weinig waarde.
Hij behoorde vroeger aan den Staat, doch is thans eigendom der gemeente.
Door den aanleg van dit prachtige park is deze grond en zijn de omliggende perceelen zeer in waarde gestegen, temeer wijl het Wilhelminapark thans is omzoomd door prachtige villa's en rijk gebouwde behuizingen, waardoor dit stadsdeel een prachtig onderdeel vormt van de toch reeds zoo mooie stad Breda.
       Het Wilhelminapark zelf is een juweeltje van parkaanleg en is doorsneden van een prachtigen vijver, waar zwanen en eenden hun lustig leventje leiden en welke een groote aantrekkelijkheid bieden voor de jeugd.
Zeer mooie en lommerrijke wandelwegen maken het vertoeven in dit mooie park inderdaad tot een genot.
Zeldzame planten en boomen treft men er overal aan en het is dan ook met de grootste zorg, dat de directeur der beplantingen waakt, ook over het aestetische uiterlijk van het heerlijke Wilhelminapark.

GINNEKEN

DE PERIPHERIE VAN BREDA

(door J.J. N. M. VAN DER MARCK, Secretaris van de V.V.V. "Breda Vooruit)

       In de onmiddellijke nabijheid van Breda, zelfs vast aaneengebouwd, ligt het prachtige dorp Ginneken, dat in vele opzichten, gelukkig, zijn dorpsch karakter heeft behouden.
       Komende van den Ginnekenweg bereikt men het dorp en komt dan op het aardige Marktplein, met als middelpunt de aloude pomp, overschaduwd door een weldoende groep oude boomen.
Deze pomp heeft een historisch verleden:staat er nog ongeschonden, maar......


Ik staai ier nou al jaren waterloos,
Verslagen door 'n koperen kraantje,
Nne slinger die niet gaat,
Nne teut, die niemer gift:
lk mopper nie, maar 't is me toch 'n baantje!


Het Marktplein te Ginneken, met in het midden, tusschen de oude hoornen, de historische pomp en geheel rechts de muziekkiosk.

       De pomp dateert van het jaar I790 en bestaat uit hardsteen.
       Vlak daarbij vindt men de Ned. Herv. Kerk, een prachtig oud gebouw in 1261 gesticht en in 1316 tot parochiekerk verheven.
Zij werd in 1609 en vooral in 1625 door brand beschadigd, in 1630 e.v. hersteld en is sinds 1648 inhanden der Hervormden.
In 1649 werd zij wederom doorbrand geteisterd wat den toren betreft, gerestaureerd naar plannen, in hoofdzaak van Dr. Ir. J. H. Plantenga.
Zij bestaat uit een oorspronkelijk driebeukig, doch in 1630—1631 eenbeukig herbouwd schip, een dwarspand, een drie traveeën diep gesloten koor en een ingebouwden toren, minder breeddan het oorspronkelijk middenschip, die vermoedelijk naden brand van 1649 in zijn tegenwoordigen vorm is gebracht. Bij de aansluiting van koor en dwarspand zijn sporen van verdwenen aanbouwsels te ontdekken.
Tegen het kooren het dwarspand vindt men fraai ontwikkelde, door kantblokjes verlevendigde beeren.

De Duivelsbrug, een juweeltje van natuurschoon.

       Bezienswaardigheden in de kerk zijn: een eiken preekstoel met mooie boogpaneelen, een fraaien koperen lezenaar, de orgelbalustrade.
benevens een aantal zerken, resp. uit de jaren: 1411, 1642, 1644, 1659 en 1679, benevens zerken voor Caspar Basseliers, voor Henrick Eykenbergh en zijn vrouw Josyna Buyckx, resp. overleden in 1660 en 1668.
       Verder vindt men er mooi avondmaals zilver, bestaande uit: twee gegraveerde bekers dateerend uit 1654, een kan in 1716 door Mr. Sebastiaan Koning te Breda geschonken, een schotel in Hollandsche kleur uit het jaar 1706 en twee schotels uit het jaar 1787.
       Links de straat ingaande, komt men aan de rechterhand voorbij het Raadhuis, dat dateert van het jaar 1792.
Het is een eenvoudig classistisch gebouw, met een door een fronton gedekte vooruit springende middenpartij, terwijl zich in het fronton het jaartal bevindt.

Het schilderachtig gelegen Kurhaus „Bad Wörishoven”, een stukje natuur als men slechts zelden mooier zal aantreffen.

       De Brugstraat ingaande, zal de wandelaar spoedig getroffen worden door prachtig natuurschoon.
Links ontwaart men de mooi gelegen villa van de familie Heerma van Voss, terwijl even over de brug — Duivelsbrug geheeten — het "Bad Wörishofen" schilderachtig gelegen, tusschen heerlijk groen, als het ware uit het water van het riviertje "De Mark" oprijst.
Dit Kurhaus is gelegen aan de autobuslijn Breda—Ginneken, zoodat men binnen I0 minuten Breda kan bereiken, alzoo de genoegens van het buitenleven kan paren aan die, welke de onmiddelljjke nabijheid van een stad biedt.
Aan het Kurhaus is verbonden een Inrichting voor Physische Therapie, waarin gelegenheid bestaat tot het nemen van verschillende baden, massage enz. op medisch voorschrift.
Het Kurhaus ligt nabij het ruim 600 H.A. groote Mastbosch, dat door zijn windkeerende werking veel bijdraagt tot verzachting van het klimaat.
Met de aan het huis behoorende roeibootjes bestaat gelegenheid tot roeien of visschen in het prachtige riviertje "De Mark".

De prachtige oprijlaan van het Kasteel „Bouvigne” met het kasteel links op den achtergrond.

       Van hieraf ziet men reeds tusschen prachtige boomengroepen het historische kasteel "Bouvigne, dat thans is ingericht tot zetel der Pius X-stichting voor het R. K. Jeugdwerk.
Het kasteel is opgetrokken van baksteen met bergsteenen blokken en banden, uitgezonderd het enkel in baksteen opgetrokken, vermoedelijk in oorsprong oudere, noordelijke gedeelte.
Het aardige pittoresque, met bergsteenen versierde ingangspoortje met gesmeed ijzeren lampen, welke van elders afkomstig zijn, doet prachtig aan en vooral de eeuwenoude oprijlaan en de om het kasteel loopende gracht met grooten vijver, is een juweeltje van natuurschoon.
       De Mastboschlaan is omzoomd eenerzijds door prachtige villa s en anderzijds door de heerlijke Mastbosschen.
Waarlijk een bezoek aan dit wonderoord van natuurschoon, waarde ijverige vereeniging "Ginneken Vooruit" zooveel nuttig werk verricht, is inderdaad de moeite overwaard.







EENIGE WETENSWAARDIGHEDEN


HOTELS IN EN OM BREDA.

Prijzen

Naam en adres van het Hotel Logica
met
ontbijt
Lunch Diner Garage
Hotel-Restaurant "De Kroon", Boschstraat 28-30. Tel. 4. 3,50 - 5,50 a la carte 2,75 - 3,75 F. 100
Hotel-Café-Restaurant "Mastbosch" 3,50 - 4,00 2,00 2,50 F. 100
Hotel-Café-Restaurant ,,De Schuur” Catharinastraat 17-19. Tel. 111. 2,50 - 3,00 1,75 3,00 - 4,00 ----
Hotel-Restaurant „Centraal”, Catharinastraat 24. Tel. 449. 2,50 - 3,00 1,50 3,00 ----
Hotel-Café-Restaurant .,Oranje-Hotel , Stationsplein 7. Tel. 263. 3,00 - 4,00 1,75 2,50 F 100
Hotel-Café-Restaurant „Cosmopolite”, Stationsplein 4. Telefoon 18. 2,50 1,50 2,50 gratis
Hotel-Café-Restaur. „Dennenoord”, Boschlaan 36, Ginneken. Tel. 1107 3,00 1,50 - 2,00 3,00 - 3,50 F 100
Hotel-Café-Restaurant „Du Commerce”, Gr. Markt 26. Tel. 789. 2,75 2,00 2,00 ----
Hotel-Restaurant „Het Wapen van Nassau”, Kraanstr. 1. Tel. 266. 2,50 á la carte 2,50 F 0.50
Hotel-Café-Restaurant „Van Ham”, Van Coothplein, hoek Ginnekenstraat. Tel. 613. 2,50 1,50 2,50 ----
Hotel-Café-Restaurant „De Poort van Kleef”, Groote Markt 40. Tel. 725. 2,50 - 3,50 1,00 - 1,50 1,75 - 2,50 ----
Hotel-Café-Restaurant „Zum Franciscaner”, Groote Markt 23. Tel. 209. 3,00 1,50 2,50 ----
Hotel-Café-Rest. „De Veemarkt”, Belcrumpolder. Tel. 1223. 2,50 1,50 2,00 ----
Hotel-Café-Rest. „De Veestallen”, Belcrumpolder. Tel. 1570. 2,50 - 3,00 1,50 2,00 ----
Hotel-Café-Restaurant „Neerlands Koffiehuis, Torenstraat, hoek Lange Brugstraat. Tel. 760. 2,50 1,50 2,00 ----
Hotel-Café-Restaurant „Bredania”, Stationsplein 10. Tel. 1028. 2,00 1,75 2,50 ----
Hotel Piet Moonen, Ginnekenstraat 34. Tel. 786. 2,50 1,00 1,50 ----
Hotel „Metropole”, Groote Markt 37. Tel. 1735. 2,00 1,50 2,50 ----
Hotel-Café-Restaurant „Boschhek”, Mastbosch Princenhage. Telef. 1454. 2,50 1,75 2,50 ----
Hotel-Cofe-Restaurant "Den Dijk" Mastbosch Princenhage. Telef. 899. 2,00 - 3,50 1,50 2,50 - 3,50 ----
Hotel-Café-Restaur. „Burck”, Liesbosch Princenhage. Tel. 1521. 3,00 1,75 2,50 F 100
Hotel-Café-Restaurant ,,’t Roode Hert , Markt 26 Princenhage. Tel. 402. 2,50 1,00 1,50 ----
Hotel „Metropole”, Oosterhoutscheweg, Teteringen. Tel. 130 (Oosterhout) . 2,00 1,00 2,50 gratis

PENSIONS IN EN OM BREDA.

Prijzen

IN DE STAD BREDA.

Naam en adres van het Pension Pensionprijzen
juli en augustus
per dag
Pensionprijzen
Overige maanden
per dag
Weekendprijzen
van zaterdag diner
t/m maandag ontbijt
Pension-Hotel-Restaurant „De Poort van Kleef”, Groote Markt 40. Tel. 725. 4,00 4,00 ----
Pension-Hotel-Restaurant „Metropole”, H. Rooymans. Groote Markt 37. Tel. 1735. 3,50 3,50 ----
Pension Claassen, Karrestraat 28a. (Aparte slaapkamers met gezamenlijke zitkamer. Per maand f 35. . Voor dames en heeren aparte zitkamers.) 3,00 2,50 ----
3 75. (Pension, De Reus, Academiesingel 5 Tel 375 -- Bad, warm en koud stroomend water.) 5,00 3,50 ----
Hotel-Pension Piet Moonen, Ginnekenstraat 34. Tel. 786. (Pensionprijs per week f 3.50 per dag. ) 4,00 4,00 7,00
Hotel-Pension-Café-Restaurant „Cosmopolite , D. van Woerkom. Tel. 18. (Warm en koud stroomend water. Badkamers.) 5,00 4,50 10,00
Hotel-Pension „Seneng”, Willemstraat 18. Tel. 2023. (Bij langer verblijf reductie nader overeen te komen.) 4,00 4,00 7,00
Hotel-Pension-Restaurant„De Schuur”, Catharinastraat 17-19. Tel. 111. (Centrale verwarming. Warm en koud stroomend water. Badkamer. Zaterdag- en Zondag Concert. Zondagmiddag The dansant.) 5,75 5,25 11,-
Pension Wouters, Nieuwe Haagdijk 65a. Tel. 233. 3,00 3,00 6,00
Pension van der Graaf, Leeuwerikstraat 53. 3,00 2,50 6,00
Pension J. Nuyens, Teteringsche Dijk. Zit-en slaapkamer f 60. per maand. --- ---- ----
Pension Herbers-Lagarde, Ginnekenweg 39. 5,00 4,50 8,00
Pension P. C. Kievits, Teteringenstraat 42a. Tel. 770. (Zit- en slaapkamer met volledig pension f 60. per maand.) 3,00 3,00 6,00
Pension J. A. Dorreboom, Merelstraat 19. Zit-slaapkamer f 50. per maand. Volledig pension, wasch inbegrepen.) 2,00 1,75 ----
Hotel-Pension „Metropole”, Oosterhoutscheweg 47, Teteringen. Tel. 130 (Oosterhout). Tramhalte. Tennisbanen. Stroomend water. Badkamer. 3,50 3,00 5,00
Pension M. J. H. Heuwekemeyer, De Roy van Zuidewijnlaan I2a. 4,50 - 4,75 4,50 - 4,75 ----
Hotel-Pension-Café-Restaurant „Du Commerce”, Groote Markt 26-28. Tel. 789. 4,00 4,00 8,00
Pension Mevr. A. Hes-Uhlig, Nieuwe, Boschstraat 27a. 3,50 2,50 7,50

IN DE OMGEVING VAN HET MASTBOSCH.

Prijzen

Naam en adres van het Pension Pensionprijzen
juli en augustus
per dag
Pensionprijzen
Overige maanden
per dag
Weekendprijzen
van zaterdag diner
t/m maandag ontbijt
Pension Mevr. Follender. Chasséestraat 4a, Ginneken. (’s Morgens 11 uur extra koffie, ’s Avonds thee inbegrepen.) 3,50 3,00 7,50
Pension Hotel "Boschhek", Ginneken, Tel. 1454 4,50 4,50 11,00
Pension v. Bavel, Baronielaan 297a, Breda. 4,50 4,50 ----
Pension "Sonnehoeck", Baronielaan 299. 3,50 - 6,00 2,50 - 5,50 5,00 - 6,00
Hotel - Pension "Mastbosch", Burgemeester Kerstenlaan 11, Tel.365. 6,00 5,50 12,50
Pension "Prim Rose Hill", Overascheweg C2, Ginneken, Tel. 2092. 4,00 overeenkomst 9,00
Pension "Müller", Baronielaan 265. 3,00 2,50 ----
Pension van der Zwaal, Baronielaan 260. (Bij aanvraag, benedenhuis ook gemeubeld te huur zonder pension.) 4,50 4,00 ----
Hotel-Pension "Dennenoord", Boschlaan 36, Ginneken. Tel 1107. (Het hotel is het Geheele jaar geoopend.) 5,00 - 6,00 5,00 12,00
Pension „Villa Juliana”, Chasséestraat 19, Ginneken. 3,50 3,50 ----
Pension M. van Dijk, Baronielaan 312. — (Logies met ontbijt f 2.00). 3,50 3,50 ----
Pension ,,Huize Slamat, Emmalaan no. 4, nader nader Ginneken. (Gemeubileerde kamers met overeen overeen keuken disponibel.) overeen te komen. overeen te komen. overeen te komen.
Pension „Opgeenent”, Baronielaan 254. 4,00 3,50 ----
Pension Jac. v. Es, Baronielaan 2 73, Breda. (Kinderen half geld.) 3,50 3,00 ----

IN HET DORP GINNEKEN.

Prijzen

Naam en adres van het Pension Pensionprijzen
juli en augustus
per dag
Pensionprijzen
Overige maanden
per dag
Weekendprijzen
van zaterdag diner
t/m maandag ontbijt
Pension „Buitenlust”, Prinses Julianastraat 42, Ginneken. 4,00 3,00 ----
Pension ,,Schenk, UIvenhoutschelaan 42, (nabij Ulvenhoutsche bosch) Ginneken. (Stroomend water. Kinderen beneden 10 jaar half geld. Bij langer verblijf nader 3.50- overeen te komen.) 3,50 - 4,00 3,00 6,00
Pension Sluyters, Ulvenhoutsche laan 10 (nabij Ulvenhoutsche Bosch) Ginneken. 3,00 2,50 ----
Pension Verkade, Markt 10-11, Ginneken. (Kinderen naar overeenkomst.) 4,00 3,00 - 3,50 ----
Pension H. W. Rops, Markt 6, Ginneken. (Zit- en slaapkamer, zonder diner, pensionprijs f 40. per maand.) 3,00 2,00 ----
Pension Groeneweg, Werfstraat 7, Ginneken. (Desgewenscht ook te huur kamers en suite met gebruik van keuken.) 4,00 - 5,00 3,50 - 4,00 5,00

IN DE OMGEVING VAN HET LIESBOSCH.

Prijzen

Naam en adres van het Pension Pensionprijzen
juli en augustus
per dag
Pensionprijzen
Overige maanden
per dag
Weekendprijzen
van zaterdag diner
t/m maandag ontbijt
Hotel-Pension-Café-Restaurant ,,Burck”, Princenhage. Tel. 1521 (Breda). 5,50 5,00 12,00
Pension ,,Huis ten Bosch ’, Liesbosch Leur. Tel. 1030 (Breda). 4,00 4,00 ----
Pension ,,Villa, Bredascheweg 150 Princenhage. Tel. 105 7 (Breda). Kinderen half geld. 3,00 3,00 ----
Hotel-Pension-Café-Restaurant „Het Roode Hert , Markt 26, Princenhage. Tel. 402 (Breda). Voor families gedurende 8-14 dagen, prijzen nader overeen te komen. 3,50 3,50 7,50

TE OOSTERHOUT.

Prijzen

Naam en adres van het Pension Pensionprijzen
juli en augustus
per dag
Pensionprijzen
Overige maanden
per dag
Weekendprijzen
van zaterdag diner
t/m maandag ontbijt
Hotel-Pension „Koppelpaarden”, Leysen-hoek C 43, Oosterhout. Tel. 3. (Autogarage wordt niet berekend. Bij volledig pension is ook begrepen s morgens koffie, extra om 12 uur. ’s Avonds thee.) 5,50 5,50 7,50
Hotel-Pension-Café-Rest. „Flora”, Heuvel Oosterhout. Tel. 95. (Uitsluitend voor kampeerders bij regenweer, nachtlogies f 1.25 per nacht.) 3,50 3,00 ----




Breda is een der mooiste steden Van het Zuiden ....
Breda heeft prachtige historische plekjes en gebouwen....
Breda bezit 'n heerlijke omgeving, met onvergelijkelijk mooie bosschen ....
Breda telt vele uitstekende hotels en rustige pensions ....
Breda heeft een prettige en vlotte bevolking....
Breda heeft vele, moderne verkeersmiddelen ....
Breda telt talrijke, uitstekend gesorteerde winkels....
Breda heft slechts zeer matige belastingen ....
Breda is een woon-, winkel- en Vacantiestad bij uitnemendheid....

KERKGENOOTSCHAPPENTE BREDA e. o. ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK.

Parochie van de H. Anna.
Pastoor H. F. Verheyden, Haagweg 3.
Parochie van den H. Antonius van Padua.
Pastoor J. P. Antonissen, St. Janstraat 16.
Parochie van de H. Barbara (Kathedraal.)
Plebaan H. G. M. Schrauwen, Prinsenkade 2.
Parochie van het H. Hart van Jezus.
Pastoor A. Boumans, Baronielaan 24.
Parochie van de H. Maria Hemelvaart.
Pastoor A. A. Daamen, Ginnekenstraat 3.
Parochie van den H. Joseph.
Pastoor A. H. Rops, Oranjesingel 2.
Parochie van den H. Gerardus Majella.
Pastoor A. A. C. J. Asselbergs, Jan van Polanenkade 19.
Parochie van het H. Sacrament.
Pastoor A. J. A. van Meel, Zandberglaan 36.
Parochie van de H. Theresia van het Kindje Jezus.
Pastoor J. C. Oomen, Tramsingel 14.
Het Begijnhof.
Pastoor Mgr. J. M. van Oers, Catharinastraat 45.
Rectoraat van den H. Fidelis van Sigmaringen.
Gardiaan Pater Theodosius, Schorsmolenstraat 9.
Nederduitsch Hervormde Gemeente (Kerkgebouw Groote Markt).
Predikanten: Dr. M. C. van Mourik-Broekman, Baronielaan 311a.
Ds. G. van Dijk Azn., Ds, Dr. H. van Oyen.
Waalsche Gemeente. (Kerkgebouw Catharinastraat.)
Predikant: A. E. A. Allard, Delpratsingel sa.
Evangelisch-Luthersche Gemeente. (Kerkgebouw Veemarktstraat.)
Predikant: Dr. H. J. Toxopeus, Ginnekenweg 25.
Doopsgezinde Gemeente. (Kerkgebouw Veemarktstraat.)
Predikant: W. Koekebakker, Dordrecht.
Gereformeerde Kerk. (Kerkgebouw Nieuwstraat.)
Predikant: Ds. Telder, Baronielaan 159. Nederlandsche Israëlitische Gemeente. (Kerkgebouw Schoolstraat.)
Voorzanger en Godsdienstleraar: L. Potsdammer, ScKoolstr. 18.


PRINCENHAGE.

Parochie van den H. Martinus.
Pastoor A. Bouman, Ginneken.
Parochie van de H. Maria Hemelvaart..
Pastoor P. J. H. Preyers, Beek.

GINNEKEN.

Parochie van den H. Laurentius.
Pastoor G.van Wees, Ginneken.
Parochie van de H. Maria Hemelvaart..
Pastoor Dr. P. H. G. Dirckx Bavel.
Parochie van den H. Laurentius.
Pastoor A. Vermunt, Ulvenhout.

TETERINGEN.

Parochie van O. L. Vrouw van den Goeden Raad.
Pastoor P. J. Riemslag, Driesprong F. 28b, Teteringen.

TRAMWEGEN.

Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg Maatschappij
van Station Breda naar:
A. Princenhage Rijsbergen Zundert Wernhout (Grens) Wuestwezel Antwerpen.
B. PrincenKage Etten—Oudenbosch Oud Gastel—Fiinaart Willemstad.

Zuider Stoomtram Maatschappij
van Station Breda naar:
OosterKout Geertruidenberg Dongen Tilburg.

AUTOBUSDIENSTEN.

Stadsdienst:
Lijn B. van Station N.S. via Baronielaan naar Ginneken (Markt).
Lijn G. van Station N.S. via Ginnekenweg naar Ginneken.
Lijn H. van Teteringen (Driesprong) via Breda (Station) van Coothplein naar Princenhage (Markt),

A.T.0.-diensten;
A. van Breda via Oosterhout, Raamsdonkveer, Geertruidenberg, Keizersveer, Nieuwendijk naar Gorinchem.
B. Van Breda via Terheyden, Made-Hooge en Lage Zwaluwe Moerdijk naar Klundert.
(De stads- en A.T.0.-diensten vertrekken vanaf Stationsplein Breda.)