Dit was een grote beeldbepalende, uiterst monumentale, kerk met een hoge kruisingstoren, decennialang één van de 4 hoogste kerktorens in Breda.
Sint-Barbarakerk, tot stand gekomen in 1866-1869 naar een ontwerp van dr. Pierre Cuypers (1827 - 1921). Verving een schuilkerk uit 1709 aan de Tolbrugstraat. De kerk werd in 1869 ingewijd en in 1875 tot kathedraal verheven. Breda kreeg in 1853 een bisschopszetel. Aanvankelijk fungeerde de neoclassicistische St. Antoniuskerk als kathedraal.
De St. Barbara was een buitengewoon belangrijk vroeg werk uit het oeuvre van Cuypers, tevens was het één van zijn 5 grootste kerkgebouwen (qua omvang vergelijkbaar met o.a. de St. Willibrordus buiten de Veste in Amsterdam, de St. Lambertus in Veghel, de St. Bonifatius in Leeuwarden en de St. Vitus in Hilversum). Bovendien was dit zijn enige kerk die geheel vijfbeukig was (zie plattegrond onder). Het was een vijfbeukige neogotische kruisbasiliek met galerijen, kruisingstoren en twee onvoltooid gebleven westtorens. Hoofdwerk uit de eerste periode van Cuypers, geïnspireerd op de vroege Franse gotiek. De kerk was uitwendig 75 meter lang; de breedte van het transept bedroeg 42,5 meter en de kruisingstoren was 70 meter hoog. De niet-afgebouwde fronttorens hadden elk 72 meter hoog moeten worden, maar de bouw daarvan werd wegens geldgebrek gestaakt ter hoogte van het dak van het middenschip
.
Het orgel van Charles Anneessens (1883) bevatte drie manualen en een pedaal.
Het koor werd gerenoveerd in 1958, toen als eerste stap van een voorgenomen renovatie en restauratie van het gehele kerkgebouw. Wegens continue ontvolking van de Bredase binnenstad, en bijbehorende afname van het aantal kerkgangers, heeft men nog geen 10 jaar later dit plan moeten opgeven.
De kathedraal werd buiten gebruik gesteld in het voorjaar van 1968. Als vervangende kathedrale kerk van het Bisdom Breda is toen de moderne St. Michaëlkerk in Breda-Oost in gebruik genomen (zo'n moderne kerk tot kathedraal benoemen paste in de toenmalige tijdgeest, jaren 1960). De St. Barbarakathedraal werd gesloopt eind 1969 - begin 1970. Het grote Anneessens-orgel en een groot deel van de aankleding en inventaris zijn daarbij verloren gegaan. Op 16 januari 1970 werd de grote spits op de vieringtoren omvergetrokken (zie foto's Beeldbank Stadsarchief Breda). De bisschopszetel is in 2001 als vanouds weer teruggegaan naar de St. Antoniuskerk in de binnenstad. De Sint- Michaëlkerk werd later, in 2007, ook gesloopt.
De St. Antoniuskathedraal is mooi gerestaureerd en speelt in het stadsbeeld een verdienstelijke rol als kleinere kerktoren, naast de hoge toren van de Grote Kerk.
Literatuur: W.M.M. Spapens, Bredase kerken door de eeuwen heen, Breda, 2008, 125-128.
'St. Barbarakerk te Breda', "De Katholieke Illustratie",3e jaargang, ca. 1870, 386-389 (met gegevens over de afmetingen van de kerk; zie afbeelding op Wikimedia)
Barbarakathedraal
De Barbarakathedraal in Breda was een van de eerste werken van architect Pierre Cuypers. Nadat de kerk in 1869 gereed was gekomen, werd ze zes jaar later tot kathedraal verheven. Ze verving de Antoniuskerk die weer een gewone parochiekerk werd. De Barbarakathedraal is niet alleen een vroeg werk van Cuypers, het is ook een van zijn grootste: met maar liefst vijf beuken — een unicum in zijn oeuvre — en een hoge kruisingstoren. De twee torens die hij aan de westkant had getekend, zijn er nooit gekomen maar die ene toren die wel gerealiseerd werd, was hoog genoeg om het silhouet van Breda mede te bepalen. Nieuwe wijken Zo was dat nog steeds in 1962. Het was een tijd waarin Breda sterk groeide: na 1945 waren de wijken Hoge Vucht, Brabantpark, Heusdenhout, IJpelaar, Overakker, Boeimeer en Heuvel. Het aantal bewoners van de binnenstad liep tegelijkertijd sterk terug: het centrum van de stad werd een winkelcentrum. In de nieuwe wijken waren ook kerken nodig. Het was in die tijd immers nog vanzelfsprekend dat elke katholiek zondags naar de kerk ging. Er was veel geld nodig voor de bouw van kerken, schreef het Bisdomblad. 'En dan liefst van KERKEN, niet van godsdienstige garages, waarin goedkoop ook weer duurkoop zou blijken te zijn.'
Ondertussen werden de kerken in de binnenstad gerestaureerd. Allereerst de Antoniuskerk. Dit rijksmonument werd voor veel geld opgeknapt. Ook aan de kathedraal en de Maria Hemelvaartkerk moest het nodige gebeuren. In de jaren vijftig was in deze gebouwen voor enkele honderdduizenden guldens geïnvesteerd. Daarbij werden onder meer de altaren verplaatst, waardoor ze vanuit de kerk beter zichtbaar waren.
Prachtige neoclassicistische kerk met toren. Kathedraal van het Bisdom Breda. Dit is de enige nog overgebleven grote R.K. parochiekerk in en rondom het centrum van Breda. De parochie Breda-Centrum heeft verder nog de veel kleinere, ook neoclassicistische, St. Catharinakapel / -kerk op het Begijnhof als kerkgebouw in gebruik.
Verving een schuilkerk aan de Nieuwstraat. Driebeukige neoclassicistische hallenkerk met door pilasters gelede voorgevel waarboven een toren met koepeltje. Inwendig tongewelven. De drie beuken worden gescheiden door Corinthische zuilen. Hoogaltaar uit 1888 door atelier Van Rijswijk uit Antwerpen. Zijaltaren uit de bouwtijd. Rijk gesneden kansel uit 1868 door H. Peeters-Dievoort uit Antwerpen. Hoofdorgel van F.B. Loret (Mechelen) uit 1858, in 1916 herbouwd door Maarschalkerweerd & Zoon. Koororgel met twee manualen en pedaal uit 1905 van William Hill & Son (Londen), gemaakt voor de Baptist Church te West Drayton, London, en in 2004 in de kathedraal van Breda opgesteld.
Van 1853 (herstel van de R.K. bisschoppelijke hiërarchie) tot 1875 diende de kerk als kathedraal van het bisdom Breda, sinds 2001 heeft zij wederom deze functie.
De parochiekerk van de H. Antonius van Padua aan de Sint Janstraat is dinsdag 12 december 1837 gewijd door Mgr. Ludovicus, Baron van Wijkerslooth, Heer van Schalkwijk, Bisschop van Curium. Hij was toen de enige bisschop in Nederland. In 1853 werd het de kathedrale kerk van de eerste bisschop van Breda, Mgr. Johannes van Hooydonk. In 1875 werd de bisschopszetel verplaatst naar de Sint Barbarakerk. De St. Antoniuskerk bleef wel als "gewone" parochiekerk in gebruik. In 1968 besloot bisschop Ernst de parochie van de H. Barbara op te heffen en de kerk te sluiten. Sloop volgde. De Sint Michaëlkerk in het Brabantpark in Breda-Oost, een prachtige nieuwe kerk in een nieuwe wijk, werd de nieuwe bisschopskerk, de nieuwe kathedraal. Bisschop Muskens besloot in 2001 terug te keren naar het centrum. Vanaf zondag 30 oktober 2005 is de H. Antonius van Padua weer de kathedraal, de bisschopskerk, van het bisdom Breda. en de parochiekerk van het centrum van Breda. Van 2001 tot 2005 vond een grote restauratie van de Sint Antonius van Paduakerk plaats.
De Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk is het belangrijkste monument van Breda. Zij heeft bovendien een nationale betekenis. Een onderdeel van de kerk wordt gevormd door de Prinsenkapel, die het mausoleum is van de vroege voorvaderen van de Nederlandse koninklijke familie, het geslacht van Nassau-Dillenburg.
De kerk staat in het centrum van Breda aan de Grote Markt. Het is een kruisbasiliek in de stijl van de Brabantse gotiek, die in de loop der tijd meerdere malen is gerestaureerd.
De kerk is hét herkenningspunt van Breda. De toren van de kerk, met zijn 97 meter hoog al van ver zichtbaar, is op sommige dagen te beklimmen. Boven is er een uitzicht over de Grote Markt en de stad. Het kerkgebouw is minimaal 8 maanden per jaar gratis te bezichtigen. Wie de Grote Kerk Breda de afgelopen jaren heeft gevolgd, ziet dat er – naast het uitvoeren van een grootschalige restauratie – wordt gebouwd aan een divers en eigentijds programma dat de geschiedenis van de kerk ontsluit en dat tegelijkertijd aansluit bij de actualiteit.
De kerk is sinds 1637 protestants. Er wordt tegenwoordig nog een aantal maal per jaar een kerkdienst gehouden. Ook vinden er regelmatig doopsels, huwelijksvieringen, herdenkingsdiensten en uitvaarten plaats.
Zowel door haar bouw als door haar ligging wordt de kerk tot een van de mooiste van Nederland gerekend. Als voorbeeld van de Brabantse gotiek is zij in Nederland het meest gave en elegante, hoewel minder bekend dan de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch. De kerk staat in de 'Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg' uit 1990.
Eerdere kerken
Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de huidige plaats omstreeks 1100 een houten kerkje stond, gewijd aan Maria. Deze kerk stond dicht bij het Kasteel van Breda, een aanwijzing dat de kerk eigendom was van de heer van Breda (een zogenaamde Eigenkerk). Deze kerk werd rond 1116 vervangen door een kerk gebouwd van tufsteen. Deze tufsteen was geïmporteerd uit de Eifel. De stenen van deze tufstenen kerk werden later gebruikt voor een nieuwe stenen kerk. De eerste vermelding van deze stenen kerk dateert uit 1269 en zijn afkomstig uit een oorkonde van het begijnhof van Breda. Er wordt zelfs gesproken over een klooster, wat een indicatie is voor de grootte van het gebouw[1]. In 1303 werd de kerk door Raso II van Gaveren, heer van Breda, verheven tot kapittelkerk
Huidige kerk
In 1410 werd begonnen met de huidige kerk op de plaats van haar voorganger. Allereerst werd het koor gebouwd, aanvankelijk zonder kooromgang. Vervolgens ontstond het schip met de zijbeuken en het transept. Van dit deel werd de bouw in 1468 afgesloten. Nadat in 1457 de oude toren was ingestort, werd van 1468 tot 1509 de huidige toren gebouwd. Hierna kwamen de zijkapellen van het schip tot stand (voltooid in 1526) en de Prinsenkapel ten noorden van het koor (1520-1525). Ten slotte werd van 1526 tot 1536 de kooromgang met de Niervaartkapel opgetrokken. In 1547 was de kerk voltooid.
In 1449, terwijl de bouw van de kerk in volle gang was, werd het Sacrament van Niervaert er ondergebracht. Dit was een wonderbaarlijke hostie, die talrijke pelgrims naar de kerk lokte. In 1566 vond de Beeldenstorm plaats in de kerk. Na de Reformatie wisselde de kerk enkele malen van eigenaar om in 1637 definitief protestants te worden; in 1648 werd ook het kapittel opgeheven. In 1694 brandde de oorspronkelijke bekroning van de toren af. De huidige spits dateert uit 1702. Van 1833 tot 1880 werkte de Bredase stadsarchitect Antonius Joannes Franciscus Cuypers (1807-1882) aan de restauratie van de kerk, met name van de toren. Zijn ontwerp voor een nieuwe torenspits werd echter niet uitgevoerd.[3][4] De laatste grote restauratie duurde van 1993 tot 1998.
Prinsenkapel
De Prinsenkapel ten noorden van het koor is het mausoleum van de voorvaderen van de Nederlandse koninklijke familie. Hier bevindt zich het Praalgraf van Engelbrecht II van Nassau. De kapel werd gebouwd van 1520 tot 1525 in opdracht van graaf Hendrik III van Nassau-Breda. Zij was in eerste instantie bedoeld als familiekapel, waarin getrouwd kon worden en waar ook familieleden begraven konden worden. Uiteindelijk werden er zeventien leden van de familie in de kapel begraven. Toen stadhouder Willem van Oranje overleed lag het in de bedoeling dat ook hij daar begraven zou worden, maar omdat de stad Breda in die tijd nog in handen was van de Spaanse heerser, zijn hij en na hem al zijn regerende nakomelingen, met uitzondering van prins Willem III, plus na diens dood de leden van de regerende Friese tak van het Koninklijk Huis, bijgezet in de Grafkelder van Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk in Delft.
Een bijzonder onderdeel van de kapel zijn de gewelfschilderingen, die uit 1533 dateren en worden toegeschreven aan de Italiaanse frescoschilder Thomas Vincidor de Bologna, een leerling van Raphael.
In de kapel hangt ook de triptiek "De vinding van het ware kruis" (ca. 1542) van de kunstschilder Jan van Scorel. Dit schilderij werd in 2007 in delen opnieuw gerestaureerd.
De Prinsenkapel is vijf jaar gesloten geweest voor restauratie. De gewelfschilderingen werden compleet gerestaureerd, waarbij alle overschilderingen die in de loop van de tijd waren aangebracht, met een scalpel minutieus werden verwijderd. In 2003 was de restauratie van de kapel voltooid en kon zij weer voor het publiek worden opengesteld.
www.Grotekerkbreda.nl